Op dagen zoals deze moet ik altijd aan mijn buurvrouwen van vroeger denken. Ze woonden schuin tegenover ons in Bennekom. Ze waren wat vreemd en teruggetrokken, er kwamen niet veel mensen. Van mijn moeder moest ik zo nu en dan een pan soep, lekker brood of taart brengen naar deze gezusters Krijthe. Het rook naar oude mensen in het huis. Een geur die ik herkende van mijn ene oma in een bejaardencentrum. De vrouwen deden schichtig, maar waren ook heel aardig en lieten me plaats nemen in de erker van hun woning. Gefascineerd keek ik naar alle ingelijste foto’s aan de wand en ook naar medailles. “Verzetskruizen” zo zou mijn vader me bij thuiskomst uitleggen.

Ik vroeg mijn moeder eens waarom deze vrouwen zo’n stil en teruggetrokken leven leiden, terwijl ze toch ook zo leuk waren. “De oorlog Annedieke, die rotoorlog”, antwoordde ze. “Wat dan mama?”, vroeg ik weer. (ik wilde toen blijkbaar al graag veel kunnen begrijpen). “Ravensbrück kind.” Ik: “Maar ze leven toch nog?” En toen vertelde mijn moeder me de geschiedenis van de moedige familie Krijthe. Dat ze een huis vol onderduikers hadden. En hoe ze verraden werden en hoe de tweeling wreed gescheiden was. De ene zus had het kamp ternauwernood overleefd, de andere niet. Na de oorlog was ze met een nog weer andere, jongere zus in het huis gaan wonen, waar wij later tegenover kwamen te zitten.

Heldinnen waren het voor mij, maar wel stille heldinnen. Later zou iemand mij uitleggen wat precies het gevoel was wat ik ervoer als ik naar de Krijthe-vrouwen keek: De ene zus had weliswaar Ravensbrück overleefd, maar Ravensbrück was nooit meer uit haar leven weg gegaan.

Ravensbrück was het concentratiekamp dat de nazi’s speciaal voor vrouwen bouwden. Het 80 km vanaf Berlijn gelegen “Konzentrationslager” was aanvankelijk geen uitroeiingskamp, maar in de praktijk kwam dit er wel op neer. Heinrich Himmler, na Hitler de machtigste man van het Derde Rijk, liet het in 1938 bouwen naar het voorbeeld van Dachau bij München. Naargelang de oorlog vorderde werd Ravensbrück meer en meer een gruwelijk moordbedrijf.

Biografie van de hel

De Britse journaliste Sarah Helm schreef over die geschiedenis een huiveringwekkend boekwerk, dat in het Nederlands vertaald is door Corrie van den Berg & Carola Kloos. Helm, afgestuurd aan Cambridge University en jarenlang werkzaam als journaliste voor The Sunday Times en The Independent, schreef ‘Ravensbrück. Geschiedenis van het concentratiekamp voor vrouwen‘. (Uitgeverij Ambo|Anthos, 2015)

‘Asocialen’

In de 6 jaar van het bestaan van het kamp verbleven er zo’n 130.000 vrouwen. Op sommige dagen waren er wel 45.000, terwijl het gebouwd was voor slechts 3000 gedetineerden. De schattingen van het dodental lopen uiteen van 30.000 tot 90.000. Het werkelijke cijfer ligt daar wellicht tussenin, aldus Sarah Helm. Veel van de gedetineerden waren politieke gevangenen. Vaak communisten en/of verzetsstrijdsters en zo’n 10% joodse vrouwen. Alswel de ‘asocialen’ volgens de nazileer: prostituees, aborteuses, bedelaars, jehova’s getuigen, roma & sinti, lesbische vrouwen, gehandicapten, etcetera.

Wreedheden

Om het leven brengen gebeurde ter plekke met de kogel of een dodelijke injectie, door ophanging, vergassing in de gaskamers van Uckermark of ze voerden de vrouwen af om vergast te worden in Majdanek of Auschwitz. In het kader van de moordactie “14 f 13” werden vooral joodse vrouwen vermoord, samen met hun (soms nog ongeboren) babies en kinderen. In oktober 1942 liet de commandant van Ravensbrück zijn meerderen weten dat het “kamp eindelijk vrij is van Joden”.  In 1944 werden alsnog gaskamers gebouwd, waar nog eens 6000 vrouwen de dood in werden gejaagd.

Tyfuslijders bij Siemens

Vanaf toen arriveerden er steeds meer politieke gevangenen en verzetsstrijders. Hun aantal nam sterk toe na de aanslag op Hitler op 20 juli 1944. Personen waarvan de nazi’s vermoedden dat ze ook maar iets te maken hadden met de aanslag, werden in Ravensbrück gevangengezet. Ze kwamen terecht in een speciaal blok. Vrouwen, kinderen en later ook mannen stierven als ratten aan de straat door ondervoeding, tyfus en andere infectieziektes, de zware dwangarbeid in de omliggende Siemens-fabrieken, mishandelingen, medische experimenten in combinatie met uitputting. Ook de extreme koude van de laatste oorlogswinter eiste vele slachtoffers.

Herstory of history

Op basis van interviews, ooggetuigenverslagen en onderzoek in archieven vertelt Sarah Helm het volledige verhaal van Ravensbrück, van de oprichting van het kamp in 1939 tot aan de bevrijding door het Rode Leger in 1945. Helm gaat daarbij niet alleen in op de gruwelijkheden die er hebben plaatsgevonden, maar vertelt ook de heroïsche verhalen van vrouwen die de kracht vonden om deze hel te overleven. Deze zijn lange tijd vrij verborgen gebleven, voornamelijk omdat mainstream-historici ‘HERstory’ lieten liggen.Dit past in het beeld van de naoorlogse focus op de ervaringen van mannen. Tevens is er veel documentatiemateriaal door de Duitsers vernietigd toen in maart 1945 duidelijk werd dat het oprukkende Rode Leger niet meer tegen te houden was.

Feminisme

Pas in jaren ’90 begon vanuit feministische hoek, met name door vrouwelijke Duitse auteurs, een inhaalslag en verscheen een aantal boeken over de vrouwenhel van Ravensbrück. Deze waren echter nauwelijks tot niet wetenschappelijk te noemen, aldus Sarah Helm. Het complete verhaal ontbrak nog en dat gat vulde zij in 2015 perfect op. Ze is erin geslaagd om de ‘puzzel’ van Ravensbrück redelijk goed in elkaar te krijgen. Net op tijd, want de overlevers behoorden al tot de zeer oude garde.

Eind van de koude oorlog

Sarah Helm vertelt over haar werkproces: “Er is een geweldige hoeveelheid bewijsmateriaal verloren gegaan, ontzettend veel is vergeten of op een vertekende manier weergegeven. Maar er is ook veel bewaard gebleven en telkens duikt er nieuw bewijsmateriaal op. De Britse transcripten van de processen zijn al lang geleden vrijgegeven en bevatten een schat aan gegevens; ook zijn veel documenten van processen die achter het IJzeren Gordijn werden gehouden inmiddels toegankelijk. Sinds het einde van de Koude Oorlog hebben de Russen hun archieven gedeeltelijk opengesteld, en in verschillende Europese hoofdsteden zijn getuigenissen opgedoken die nooit eerder zijn onderzocht. Overlevenden uit Oost en West zijn begonnen met het delen van herinneringen. Kinderen van gevangenen stelden vragen en vonden verborgen brieven en verborgen dagboeken. Het belangrijkst voor dit boek moesten de stemmen van de gevangenen zelf te zijn.”

Witte colonne

Eind april 1945 werden de overlevende vrouwen gered uit het kamp, als onderdeel van een groots opgezette actie van het Zweedse Rode Kruis en de Deense regering. De reddingsactie komt op het moment dat in Duitsland vele tienduizenden kampgevangenen worden blootgesteld aan zogenoemde dodenmarsen en de nazi’s hun uiterste best doen de sporen van hun wandaden te wissen. Vanuit Ravensbrück zijn uiteindelijk zo’n 7000 vrouwen bevrijd, gevoed en naar Zweden gebracht. De ‘witte colonnes’ (zodat ze niet beschoten werden) bevatten bussen, ambulances en taxi’s die enorme afstanden aflegden. De actie redde het leven van ruim 15.000 concentratiekampoverlevenden, waaronder dus Ravensbrück.

Monument

Vrouwen van Ravensbrück 1940-1945 is ook de naam van het monument op het Museumplein in Amsterdam ter nagedachtenis van de Nederlandse slachtoffers. Het initiatief ervoor werd genomen in 1972, toen het Comité Vrouwen van Ravenbrück een opdracht naar kunstenaars zond voor een ontwerp. Die van Joost van Santen, Frank Nix & Guido Eckhardt werd in een beeld omgezet. Zij kwamen met 11 steeds groter wordende roestvast stalen panelen in een halve cirkel gezet rondom een een 3,40 meter hoge ronde zuil van hetzelfde materiaal. Het geheel wordt gedragen door een natuurstenen plateau.

Licht, geluid en stilte

Met belichting en geluid vanuit de ronde kolom met 11 sleuven wordt aandacht geschonken aan zowel de vrouwen die het concentratiekamp overleefden, als degenen die omkwamen. Die laatsten worden gesymboliseerd door een opkomend en uitdovend licht, waarna opkomend en uitstervend geluid te horen is. De overlevenden worden gesymboliseerd door een rondgaande lichtflits met een kloppend geluid. De lichtflitsen doen denken aan de zoeklichten rond het kamp. Tussen deze signalen is er een moment van stilte. Jaarlijks is er op 13 april een officiële herdenking bij dit monument.

Beeld: Ravensbrück Monument, nl.wikipedia.org.