Gynaecoloog Jos Beek heeft tussen 1973 en 1986 minstens 21 vrouwen bevrucht met zijn eigen sperma tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen in het vroegere Sint Elisabeth Ziekenhuis in Leiderdorp. Het ziekenhuis, dat na een fusie nu Alrijne heet laat een onafhankelijke commissie onderzoek doen.

Het is inmiddels het derde geval van overleden vruchtbaarheidsspecialisten in Nederland, die scheutig bleken met hun eigen zaad.

Dollen in Zwolle

Ziekenhuis Isala in Zwolle riep vorige week oud-patiënten van gynaecoloog Jan Wildschut op zich te melden. In het vroegere Sophia Ziekenhuis, de voorganger van Isala, verwekte deze arts eind vorige eeuw minstens 47 kinderen met zijn eigen sperma in plaats van dat van donoren of dat van de eigen echtgenoot van de vrouwen die hij behandelde. Dat werd eerder geconcludeerd in een rapport van een speciale onderzoekscommissie. Dr. Wildschut had zijn fertiliteitspraktijk tussen 1981 en 1993. Het waren zowel KID-behandelingen (Kunstmatige Inseminatie met Donorsperma) als KIE-behandelingen (Kunstmatige Inseminatie met Eigen sperma van de partner) voor stellen die moeite hadden om een kind te krijgen. Vooral voor die laatste groep, valt er in betrokken gezinnen een spreekwoordelijke bom. Zowel vader, moeder als kinderen waren namelijk in de veronderstelling dat zij biologisch aan elkaar verwant zijn.

Andere familiebanden

Ellen Giepmans, directeur van FIOM, gespecialiseerd in afstammingsvraagstukken, zegt bij Radio 1  dat er allerlei emoties spelen. “Deze kinderen herkenden zich eerder niet in de term ‘donorkind’. Dat zij verwekt zijn door een vruchtbaarheidsbehandeling wisten zij misschien wel, maar dat de stoel van de biologische vader nu door een andere man bezet wordt, dat is heel verbijsterend voor de betrokkenen. Dus de familiebanden die eigenlijk heel vanzelfsprekend leken, moeten weer opnieuw worden herzien en ervaren.”

Op de Bibelebelt

Omdat dossiervorming destijds beperkt  was, doet het gefuseerde Isala-ziekenhuis nu oproepen in de Stentor, Trouw en het Reformatorisch Dagblad om oud-patiënten van de gynaecoloog te vinden. Deze kranten zijn gekozen vanwege de vaak christelijke signatuur van hun lezers. De locaties van het ziekenhuis bevonden en bevinden zich in Zwolle, Meppel, Kampen, Heerde en Steenwijk, nabij de Nederlandse bijbelgordel. Voor een aantal van de ouders in kwestie zou het nog lastig kunnen zijn om uit te komen voor de behandelingen van destijds en de gevolgen, vreest het ziekenhuis. Dat wil het taboe op de kwestie sowieso verzachten, zegt het. Er volgen ook nog enkele huis-aan-huisbladen, aldus een woordvoerster.

Narcist

Zo’n 4 jaar geleden werd reeds bekend dat arts Jan Karbaat tijdens vruchtbaarheidsbehandelingen minstens 80 eigen kinderen verwekte. Er werd zelfs een documentaire aan gewijd, getiteld ‘Het Zaad van Karbaat’. Daarin getuigt o.a. zijn nichtje: “Karbaat was een narcist. Hij zag zichzelf dus als de ideale donor.” De term ‘narcisme’ lijkt inderdaad van toepassing op de artsen die bewust bouwden aan zo’n grote kinderschare. Destijds werden in de administratie vooral de moeders bijgehouden. Met het mannelijk voortplantingsmateriaal werd gerommeld. Het leverde de Nederlandse taal al het nieuwe woord ‘sjoemelzaad’ op. Met dank aan De Telegraaf.

DNA liegt niet

In de jaren dat bovengenoemde artsen werkzaam waren bestond er nauwelijks regelgeving rondom fertiliteitstrajecten. Het vakgebied was nog in ontwikkeling. Inmiddels is de situatie volledig anders. Er zijn landelijke protocollen en ziekenhuizen worden regelmatig gecontroleerd. De organisatie FIOM, waar kinderen en donorouders zich kunnen melden, ontdekte dat er dna-matches waren bij 21 kinderen. Deze bleken allen te zijn geboren nadat hun moeders in het toenmalige Elisabethziekenhuis onder behandeling waren geweest bij gynaecoloog Beek. Toen na verder onderzoek bleek dat hun DNA matchte met dat van een van zijn ‘officiële’ kinderen, werd het ziekenhuis op de hoogte gebracht.

Commissie

Ziekenhuis Alrijne heeft contact met de donorkinderen en ouders die nu bekend zijn en die daar behoefte aan hebben. Peter Jue van de Raad van Bestuur: “We zijn hier enorm van geschrokken. Zoiets heeft natuurlijk flinke impact op de betrokken ouders en kinderen. We zijn direct in gesprek gegaan met de kinderen en ouders die dat wilden, om te luisteren en onze medewerking toe te zeggen. Wij erkennen de situatie waarin zij terecht zijn gekomen en willen zoveel mogelijk doen om informatie boven tafel te krijgen. De manier waarop deze arts destijds heeft gehandeld is onacceptabel.” Om zorgvuldig uit te zoeken wat er precies is gebeurd, laat het Leidse ziekenhuis een onafhankelijke commissie onderzoek doen.

Risico

De 3 J’s (Jan, Jan, Jos) met een spermabank  (in de volksmond ook wel ‘bank met de S’ genoemd) zijn inmiddels overleden. Hun kinderschare is echter enorm. Zowel bij de kinderen van Jan Karbaat (regio Rotterdam) als bij Jan Wildschut (regio Zwolle) als bij Jos Beel (Leiderdorp) werden voornamelijk vrouwen uit de omgeving geïnsemineerd. Het risico dat halfbroers en halfzussen met elkaar trouwen en zich voortplanten zit er dan ook in. In het buitenland zijn deze gevallen al bekend. Er is het verhaal van een echtpaar in Engeland dat maar niet zwanger werd (gelukkig achteraf) en er door DNA-onderzoek in het ziekenhuis achterkwam dat ze dezelfde vader hebben.

Na 2000

Het maakt weer eens duidelijk hoe belangrijk het is dat kinderen recht hebben te weten wie hun biologische ouders zijn. Er zijn nou eenmaal ‘verwekkers’ en ‘vaders’. Daar werd vroeger over gezwegen (of geroddeld), maar sinds DNA-verwantschapsonderzoek rond het jaar 2000 voor iedereen beschikbaar kwam, heeft liegen weinig zin meer. Vanaf 2002 werd anoniem spermadonorschap in Nederland verboden.