Lekker weer en een serieuze zomer vergen wel even iets anders uit de kast pakken ‘s ochtends. Het is namelijk van belang dat je het verschil tussen een strand-outfit en een werk-outfit wel blijft zien. En dat terwijl Nederlanders een hekel hebben aan verkleden……

Dat constateert Constatin-Felix von Maltzahn. Enige jaren terug promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op onderzoek naar de Nederlandse mode-identiteit. Of een kledingstuk modieus is, maakt voor de gemiddelde Nederander niets uit. Ook waar het geproduceerd of ontworpen is, heeft maar voor weinigen invloed op het koopgedrag. Wel belangrijk is de flexibiliteit.

In zuidelijker Europa wordt vaker omgekleed

“Je moet ermee op de fiets kunnen, naar je werk, en later naar een feestje,” constateert Von Maltzahn in zijn onderzoek ‘Dutch Identity in Fashion: Co-evolution between Brands and Consumers’. Dit onderscheidt volgens de onderzoeker Nederlandse mode van die in andere landen. In Italië of Frankrijk vinden ze het heel normaal om zich 2 of 3x per dag om te kleden, afhankelijk van de gelegenheid. De vooral comfortabele kledingstijl (comfy heet dat inmiddels) van Nederlanders heeft invloed op de manier waarop in Nederland verkochte kleding ontworpen wordt en op de materialen en stoffen die worden gebruikt. Collega’s en vrienden van mij uit warmere landen weten niet wat ze zien op een warme dag in Nederland. Een Spaanse vriendin, een vrouw met een groot bedrijf, vertelde me zelfs last te hebben van plaatsvervangende schaamte. “It looks likes Benidorm!” sprak ze verschrikt.

Wisselvallig Nederland

Kijk: in je eigen achtertuin of op je balkon: zoek het uit! Ga voor mijn part nakend of topless, zolang je maar niet in mijn vizier ligt of loopt. Maar op straat en meer nog op je werk ligt dit anders. Het komt waarschijnlijk door het enorm wisselvallige klimaat hier en wij Hollanders zijn ook niet echt een modevolkje. Maar ik wil even mopperen: zodra de thermometer boven de 20 graden komt, ziet een groot deel van de mensen er hier NIET meer uit.

Hallo Zuidas

Vorig jaar stond ik op zo’n ‘warme’ dag op een metrostation aan de beroemde Zuidas te Amsterdam en mijn ogen vielen bijkans uit de kassen van verwondering. En dan denk je nog in het hippe yuppenstuk van Nederland te vertoeven. Echt niet! Bloemlezing dames: strandshortje met hemdje op een aantrekkelijke jonge vrouw. Mooi hoor, maar geen gezicht in combinatie met een aktetas. Niet gelegenheid-adequaat noemen ze dat. Vervolgens: 40+ vrouw met bermuda en opgeknoopte blouse. Met als gevolg dat we met z’n allen konden genieten van haar kwabbelknieën, bubbelnavel en dito bovenarmen. Een schat van een mens leek het me, maar ik kan me zo voorstellen dat haar collega’s die dag gedacht hebben: “Truus, doe het niet!”

Geen inkijk, geen doorkijk

Voorts op vrouwenwerkmode-gebied: zomerjurk met te wijd uitgesneden mouwlijnen, waardoor verwassen lubber-BH met inhoud zichtbaar is, witte linnen pantalon met daaronder een gebloemde onderbroek, strakke 7/8-broek met afknellende slip (het zogenaamde ‘worstjeseffect’) en tenslotte: jonge vrouwen met korte jurkjes met daaronder (als goedmakertje) de 3/4 witte legging. Van dat laatstgenoemde kledingstuk heb ik nog nooit iemand zien opknappen. U wel?

Wat straal ik uit?

Het gaat erom wat je wilt uitstralen. Een bloemetjesjurk kan mooi staan. Ik kijk altijd met enige jaloezie naar Katja Schuurman, want in een dergelijke jurk zie ik eruit als een travestiet uit de 60’er jaren. Voor mensen zoals ik en de zakelijke vrouwen oogt een goed gesneden overhemdjurk stukken serieuzer en beter. Hemdjes, shorts, minrokjes en dito jurkjes zijn strandgoed. Hoe leuk het wellicht ook staat bij sommigen: niet naar kantoor of afspraak. Je geeft er een verkeerd signaal mee af. Die outfits zijn prima voor een feestje of een avondje borrelen in een strandpaviljoen.

De tip van Mart Visser

Jaren geleden hoorde ik modedesigner Mart Visser al eens opmerken: “Nederlanders doen op onderdeel wel leuke dingen met kleding, maar het lijkt wel of ze geen van allen een lange spiegel in huis hebben.” Daar heeft hij absoluut een punt. Hoewel het vaak de mannen zijn die altijd commentaar hebben op het uiterlijk van vrouwen, maken zij er met zomerse dagen nog een grotere bende van in het Nederlandse straatbeeld. Ik ga even loos: blote voeten met bruine brokkelnagels gestoken in s(ch)andalen, roquefortbenen onder een 3/4-broek vandaan stekend en veel, heel veel balkonbuiken in een te strak poloshirt (en ach help: het Hawaïhemd is ook terug) met zweetplekken.

Licht, luchtig, linnen

Noemt u mij vooral een tut hoor, maar ik heb een poosje in een woestijnland gewoond en weet uit die ervaring dat 1: Als je in je werkomgeving te bloot loopt dat dit niet getuigt van respect t.o.v. collega’s en klanten. En 2.: Zo bloot mogelijk staat niet voor zo verkoelend mogelijk. Integendeel: losse linnen of katoenen kleding die benen en armen bedekt, is vaak gerieflijker dan zichtbaar glimmende naakte ledematen en klotsoksels. Als je geluk hebt, zijn die laatste geschoren, ja heren: ook bij jullie, want zo’n bosje hooi houdt de geuren vast.

Losse tips

* Uw colbertje vervangen door een goedzittend gilet of mouwloos jasje
* Linnen outfit in één kleur (kreukt wel)
* Als u blote benen niet kunt hebben: koop dan 5 denier panties in huidskleur
* Blouses met klein mouwtje zodat oksels bedekt zijn, kunnen wel
* Te bruin (van zonnebank, spraytan of strand) wekt de indruk dat u niets te doen hebt
* Een groot statement-accessoire werkt beter dan een heleboel kleinere (geldt ook voor de winter)
* Er is geen seizoen waarin u lingerie zo goed moet zitten als in de zomer. Ga dus vooral voor de gladde, naadloze slips en bh’s en niet voor eyecatchers.
* Zonnebrillen afzetten als u in bespreking gaat, ook al zit u buiten.
* Jezelf onderscheiden kan door bijzondere kleur(combinaties) te dragen. Het gaat vooral om de soort stukken die u kiest en de pasvorm.
* Open teen-schoenen kunnen, indien de voeten, met name nagels goed verzorgd zijn.

Spiegelbeeld vertel eens even…

Volg het advies van Mart Visser eens op. Koop zo’n hoge spiegel. Dan kunt u de geschikte kleding overal en nergens scoren. Mart is namelijk nogal duur. Voor mij zijn de tweedehands- en vintagewinkels een waar shopparadijs. Ook wel zo ‘groen’. Ik wens u en mijzelf veel zon met smaakvolle combinaties.