Ze schieten als paddestoelen uit de grond: huiswerkinstituten, bijlesdocenten en andere hulptroepen die er voor moeten zorgen dat kinderen toch minimaal de HAVO kunnen bereiken. Er bestaat zelfs zoiets als een ‘beroepshavo’ waar ex VMBO’ers naar toe gestuurd worden om via veel projectonderwijs toch maar de ‘eer van de familie te redden’

“Het is immoreel hoe we met vmbo-leerlingen omgaan”, aldus docent Talitha Kuchler. Zij schreef daarom het boek ‘Ode aan het vmbo’ om een lans voor deze groep jongeren te breken. “Wat denk je dat het met een kind doet als het continu wordt bestempeld als minder dan een ander?” vraagt ze in een interview met Het Parool. Ze staat al 24 jaar voor de klas, waarvan 21 jaar binnen het vmbo. Wat haar het meest opviel tijdens het lesgeven aan deze groep leerlingen is de afwezigheid van trots bij ouders, in de maatschappij en bij de kinderen zelf.

Echter: het is al jaren duidelijk dat we juist meer praktisch geschoolde mensen nodig hebben. In 2017 was er al een groot tekort aan jongeren met een mbo-opleiding. Uit onderzoek van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) en uitkeringsinstantie UWV bleek dat tussen september 2016 en februari 2017 er 214.000 vacatures op mbo-niveau openstonden. En ook dit jaar zijn er weer zorgen op dit gebied.

Anne van der Steen komt uit een gezin waarin iedereen hoogopgeleid is. Zij deed als enige het vmbo. De weg naar de theaterschool was daarom lang. Hoewel haar moeder onderstreepte dat Anne ‘andere kwaliteiten heeft’ blijft het idee dat ze minder waard is haar teisteren. Toen de coronacrisis in Nederland uitbrak, zat Anne zonder werk. In haar zoektocht naar een baan belde ze uiteindelijk een uitzendbureau voor vuilnismannen; ze kon direct aan de slag.

Hoewel ze het werk leuk vond, kreeg ze last van een minderwaardigheidsgevoel wat ze niet van zich kon af kon zetten. Na anderhalf jaar als vuilnisman te hebben gewerkt, maakte Anne samen met regisseur Eva van Weeghel hier een documentaire over. Ze vertelt: “Ik had een haat/liefdeverhouding met achterop de wagen staan. Aan de ene kant vond ik het heel cool, maar aan de andere kant werd ik er ongemakkelijk van. Zeker als we door een stad reden met veel mensen. Ik was de hele tijd bang dat mensen naar mij keken alsof ik dom was. Dat ze dachten: voor haar is het leven niet helemaal gelukt.”

VMBO’ers en MBO’ers zijn juist de mensen die de wereld draaiende houden: handen aan het bed in verpleeghuizen en instellingen, postbezorgers, kappers, mensen in de bouw, loodgieters, klusmensen en zo meer. Ze hebben minder aanzien, heten ‘lager geschoold’ en krijgen minder betaald dan HBO’ers. Zeker het VMBO heeft een slecht imago en dat verdient dus beter.

Weet je wel hoe een stad eruit ziet als de GAD-mensen een weekje staken? Anne en de vuilnismannen.