Bias kun je definiëren als “de mate waarin het ontvangen signaal verstoord is”. In de wetenschap is dit de afwijking van de meting ten opzichte van de werkelijkheid. Er is sprake van bias wanneer externe factoren een negatieve invloed hebben op de uitkomsten van een onderzoek of een meting. Het gevolg hiervan is dat de uitkomsten geen goede afspiegeling zijn van de werkelijkheid en daarmee hun nut verliezen. Maar ook in onze hoofden zijn gedurende ons leven tal van biassen ontstaan. Welke en hoeveel er dat zijn is afhankelijk van aard, aanleg, opvoeding en levenservaringen.
Omdat ik mijn jeugd doorbracht in 3 ver uit elkaar liggende provincies (en dus culturen) van Nederland en in een liberaal gezin opgroeide, ben ik al in het voordeel. Op mijn 8ste (mind you: het waren de jaren ’60) had ik de eer bruidsmeisje te zijn bij mijn lelieblanke nicht, die huwde met een (jawel pikzwarte) man. Dat exotische, dat anders zijn dan gemiddeld heeft me altijd getrokken. Maar ook ik heb biassen in mijn hoofd. Net als al die mensen die tijdens het telkens maar weer ontvlammende rassendebat zeggen ‘geen kleur te zien’.
Limbisch systeem
Ons limbische brein, waar de emoties zetelen, bepaalt voor 90% hoe we reageren op anderen. Uiteraard was dit ver terug in de evolutie van belang. Er dreigde gevaar als vreemdelingen te dichtbij kwamen. Dat vertaalt zich nu nog steeds in angst voor mensen en situaties die anders zijn dan wij kennen. Dat is de oeroude bron van allerlei vooroordelen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die wel dagelijks doorwerken in hoe we denken, voelen en handelen.
Man/Vrouw
Gender bias komt erop neer dat we door opgegroeid te zijn in een van oudsher patriarchale culuur, waardoor we de competenties van mannen automatisch hoger inschatten dat die van vrouwen. Dit heeft verregaande gevolgen. Zo blijkt uit een Zweeds onderzoek dat vrouwelijke ondernemers structureel minder financiering ontvangen van durfkapitaalfirma’s dan mannelijke ondernemers. Ook in functioneringsgesprekken heeft gender bias grote gevolgen: vrouwen krijgen vagere feedback en worden dubbel zo vaak aangesproken op hun manier van communiceren.
Femke
De eerste vrouwelijke burgemeester van onze hoofdstad heeft in de haar nu ruim twee jaar durende ambtstermijn te horen hekregen dat ze ‘niet daadkrachtig genoeg’ is (wordt geassocieerd met mannelijk) en op een ander moment was het commentaar ‘niet empathisch genoeg’. (wordt geassocieerd met vrouwelijk). Zij wordt gemiddeld veel kritischer bekeken, omdat de meeste mensen helemaal niet van veranderingen houden. Dat de witte, grijzende heteromannen een stap opzij moeten doen, stuit op veel verzet en niet eens alleen van henzelf. Over weerstand bij verandering is veel geschreven en er is veel over bekend. Bij verandering hebben mensen het gevoel zekerheden op het spel te zetten en dat is dus een risico. Weten waar je aan toe bent heeft voor de meerderheid de voorkeur.
Zwart/Wit, Oud/Jong, Dik/Dun, Kaal/Kroes
Het biassen in ons hoofd bij het zien van een man of een vrouw is slechts één voorbeeld. Daarom worden mensen ook altijd onzeker wanneer ze op het eerste gezicht niet kunnen afvinken of iemand man of vrouw is. Het kan zelfs agressie oproepen, vanuit angst en onzekerheid. Vraag dat maar eens aan transgenders. Maar het gebeurt sowieso als we mensen ontmoeten die anders zijn dan onze ‘peergroup’. Een ander spraakaccent, een andere lichaamsvorm, andere kleding, een andere huidskleur of ander haar. ‘Waar heb jij zo goed Nederlands leren spreken?’, vragen velen aan een vriendin van mij die als baby geadopteerd werd uit Haïti. Ik bedoel maar. Ze is CEO van een door haarzelf opgezet bedrijf. Inmiddels demissionair minister Sigrid Kaag vertelde aan tafel bij Op1 hoe ze in haar persoonlijke leven racisme van dichtbij meemaakte. “In New York werd gedacht dat mijn man klusjesman is, omdat hij een donkerder huidskleur heeft. Toen moest ik uitleggen dat hij tandarts van beroep is.” Haar hele gezin kwam ermee in aanraking. “Een van mijn kinderen heeft bij sollicitaties op een gegeven moment gezegd: ‘laat ik me maar Kaag noemen’. Nou, bingo. Toen werd ze ineens wel uitgenodigd voor een gesprek.”
O, wat hebben we gelachen!
En ken je die vooroordelen die als ‘humor’ worden verpakt? Wat te denken van een vermaard medisch specialist met aziatisch uiterlijk, die ik interviewde en die mij vertelde dat er nog steeds zogenaamde ‘grapjes’ worden gemaakt in haar aanwezigheid, zoals “Graag nummer 23 met gebakken lijst.” Ja, daar moet je dan maar tegen kunnen, vinden velen. Geintje immers?
De Sjaak zijn
Goede en slechte ervaringen blijven lang in ons systeem hangen. Zo vroeg ik eens aan een collega waarom ze een enorm competente en sympathieke sollicitant niet zag zitten. “Hij lijkt op mijn ex”, sprak zij met misprijzende mond. Of een vriend van mij die telkens wanneer hij vertelt met een man samen te wonen, moet aanhoren: “Maar je ziet er helemaal niet uit als een homo!” Er zijn zelfs mensen die het met namen hebben. Eenmaal een slechte ervaring gehad met ene Sjaak, zullen ze nooit meer een Sjaak vertrouwen.
Ontbiassen
Hoewel het compleet ‘ontbiassen’ van mensen niet geheel mogelijk is kunnen we hier wel maatregelen tegen nemen. Allereerst door vooroordelen te erkennen en te herkennen. Gevolgd door trainingen en duidelijke protocollen. Cineaste Robin Hauser belicht de aard van onze impliciete vooringenomenheid door haar eigen vooroordelen te tonen in de documentaire ‘BIAS’. Welke wurggreep dit heeft op onze sociale en professionele levens, en wat er nodig is om verandering teweeg te brengen? De centrale vraag: kunnen we ons brein zuiveren van vooroordelen? De hoop is gevestigd op AI (artificial intelligence). Maar het is dan wel de vraag wie er aan de basis staan van codering en programmering. Dat blijft mensenwerk.
Beeld: Pixabay