Het zoveelste crime verhaal op Netflix is de docuserie The Ripper, over de vrouwenmoordenaar rond Yorkshire eind jaren zeventig. Peter Sutcliffe was zijn naam en hij kon vijf jaar lang praktisch ongestoord vrouwen neermeppen en gruwelijk doden. Pikant detail: op het moment dat de serie op de buis zou komen, in november jongstleden, overlijdt de dan 74-jarige vrouwenmoordenaar aan COVID 19, waarvoor hij behandeling weigerde. Sinds twee weken is alsnog te zien hoe de Engelse politie en justitie door tunnelvisie en een misogyne blik hem pas na 22 slachtoffers pakte.

Als je de naam ‘The Ripper’ hoort, denk je misschien eerder aan Jack the Ripper, de Londense (en nog altijd onbekende) seriemoordenaar die in 1888 prostituees verminkte en vermoordde. The Yorkshire Ripper heeft zijn naam geërfd, omdat hij eveneens prostituees zou vermoorden. In werkelijkheid waren de slachtoffers (22 waarvan 13 dodelijk) alleenstaande moeders op de terugweg van hun werk of vanuit een pub ‘s avonds dan wel vrouwelijke studenten.

Plasje doen

Sutcliffe werd op 2 januari 1981 uiteindelijk gepakt, maar het scheelde weinig of de politie had hem alsnog laten lopen. Toen agenten een vrouw bij een man in een auto zagen stappen, gingen ze er achteraan om haar te kunnen arresteren voor prostitutie. Ze stonden de man in de auto op zijn verzoek toe om even te gaan plassen. De auto, met daarin prostituee Olivia Reivers en de 35-jarige Peter Sutcliffe, bleek valse kentekenplaten te hebben en het tweetal moest na Sutcliffe’s plasmoment mee naar het bureau.

God dicteerde vanuit een graf

Vanwege het feit dat hij ooit eens eerder ondervraagd bleek in deze zaak, en de man in kwestie wel leek op de compositiefoto van de dader, reed de agent terug naar de plek en trof daar een hamer en een mes aan. Bij huiszoeking werden bij Sutcliffe vervolgens nog dertig andere wapens gevonden. De volgende ochtend bekende hij de Yorkshire Ripper te zijn en in de daaropvolgende dagen gaf hij uitgebreide verklaringen. Sutcliffe legde zijn motief in eerste instantie uit als wraak op prostituees (zoals Jack the Ripper in 1888 ook deed en wat ons natuurlijk zwaar doet twijfelen aan de definities van ‘een hoer’) omdat een van hen hem ooit naar eigen zeggen voor 10 pond had ‘getild’. Later beweerde hij dat hij tot zijn misdaden kwam op bevel van God die vanuit een grafsteen tot hem sprak.

Nette vrouwen zijn belangrijker dan ‘hoeren’

Hoe verder je in de docuserie komt, hoe meer je wordt geconfronteerd met de vrouwvijandige cultuur van die tijd, nog maar 40 jaar geleden. Zo ging de politie pas echt serieus een team op de zaak zetten nadat ze ‘ontdekten’ dat er ook ‘onschuldige meisjes’ (dat was de letterlijke tekst) werden vermoord. Alsof je voor vermoorde sekswerkers niet in actie moet komen. Daarbij hadden politie & justitie met hun aanplakbiljetten en waarschuwingen de verantwoordelijkheid voor de openbare veiligheid op de vrouwen zelf geschoven, door hen aansporen om vooral niet uit te gaan na zonsondergang. Een van de vrouwen die aan het woord komt in de serie verhaalt hoe zij en haar vriendinnen spontaan gratis liften naar huis kregen aangeboden van wildvreemde mannen. En als ze dit niet durfden vervolgens door diezelfde mannen recht in hun gezicht werden uitgelachen met de tekst “Oh, je bent bang ik ik The Ripper ben?”

Victimblaming

“Leeds was echt in een staat van bijna afgesloten en vrouwen waren bevreesd om de deur uit te gaan”, vertelt Mo Lea. In de herfst van 1980, toen ze in haar laatste jaar van de kunstacademie zat, waren reeds twaalf vrouwen vermoord in en rond Yorkshire en Manchester. Maar op 25 oktober besloot Lea in de pub haar 21ste verjaardag te vieren met vrienden en na een paar drankjes liep ze door de campus van Leeds University om haar bus naar huis te halen. Op dat moment werd ze aangesproken door een man die haar zo joviaal benaderde dat ze dacht dat hij een bekende moest zijn. Dus draaide ze zich om. “Ik hoorde een enorme klap op mijn kruin en het enige dat ik me kan herinneren is de stoep die op mijn gezicht afkwam”, vertelt ze. In het ziekenhuis, bebloed en gekneusd, werd onmiddellijk met de beschuldigende vinger naar haar gewezen. “Wat heb je in hemelsnaam gedaan om dit over je heen te krijgen?” Mo Lea hield haar mond. “Ik schaamde me. Ik was vernederd. Ik voelde me schuldig. Ik dacht dat ik stom was geweest omdat ik op de verkeerde plek liep. Een deel van mij vond dat ik dit verdiende, omdat ik alleen op pad was gegaan.” Ze wilde haar verhaal bij de politie doen om erger te voorkomen, maar die namen amper de tijd voor haar.

Ook de pers was seksistisch

De jonge feministe Julie Bindel woonde destijds eveneens in Leeds toen Sutcliffe daar zijn 13e en laatste dodelijke slachtoffer maakte: een 20-jarige studente. Bindel woonde op anderhalve kilometer van de plek en was daar een week eerder ‘s avonds in het donker gevolgd door een man die paste bij Sutcliffe’s beschrijving. Ze deed aangifte bij de politie, maar die stuurden ook haar weg. Julie Bindel was tevens actief lid van een groep die campagne voerde tegen het geweld op vrouwen. Ze beschrijft in een interview met ‘The Guardian’ hoe vrouwen zich van alle kanten aangevallen voelden: niet alleen door de Ripper, maar ook door het seksisme van pers en politie. Ze herinnert zich hoe onderzoeksleider George Oldfield de moordenaar in 1979 op tv toesprak: ‘Er sneuvelen misschien nog meer pionnen in deze oorlog voordat ik je pak, maar ik zal je krijgen’. Dat waren vrouwen voor deze rechercheurs, aldus Bindel: wegwerppionnen.

Vrouwelijke verslaggever

Joan Smith, destijds een jonge idealistische radiojournaliste in Manchester, was één van de zeer weinige vrouwen die verslag deed van de zaak. Ze herinnert zich dat ze na een persconferentie die plaatsvond nadat agenten lokale sekswerkers hadden uitgenodigd, zelf werd aangesproken als zijnde prostituee. “Ik kwam bij het politiebureau van Moss Side met een enorme bandrecorder over mijn schouder en een notitieboekje met pen in mijn hand. Het hoofd van het Ripper-team wierp me een blik toe en zei: ‘Sorry schat, je bent te laat. De bijeenkomst voor de profs is voorbij’. Ik was niet beledigd, maar het toonde exact aan hoe er binnen politiekorpsen gesproken en gedacht werd over sekswerkers.” Een collega van Smith vertelde dat een andere agent over een van de slachtoffers zei dat ze “een fanny had, zo nat als de emmer van een behanger.”

De dader zat tot 9x vlak voor hun neus

De politie zat zo vast in hun benauwde, seksistische en misogyne kijk op de wereld en hoe een seriemoordenaar eruit zou zien, dat ze talloze kansen misten om ‘The Yorkshire Ripper’ te vangen, vertelt Joan Smith verder. “Een van de agenten zei ooit: ‘Hij hoeft niet te bekennen. De dag dat we hem tegenover ons aan tafel hebben zitten, zullen we het weten’. Maar ze hebben hem negen keer bezocht en hij haalde zelfs nooit de top 10 van verdachten.” John Robins, de huidige hoofdcommissaris van West Yorkshire, heeft inmiddels wel zijn excuses gemaakt voor taal, toon en terminologie die destijds werd gebezigd.

Stigma sekswerkers

Nina Lopez van het English Collective of Prostitutes hielp bij het organiseren van protesten buiten de Old Bailey tijdens het proces tegen Sutcliffe in 1981 en kan zich de woede herinneren die vrouwen voelden toen de toenmalige procureur-generaal, Sir Michael Havers, over de slachtoffers zei: ‘Sommigen waren prostituees, maar misschien dat het meest trieste deel van de zaak is dat sommigen dat niet waren. De laatste zes aanvallen waren op respectabele vrouwen.’ Lopez: “De dood van Peter Sutcliffe herinnert ons aan het stigma waarmee sekswerkers te maken hebben en het totale gebrek aan begrip voor hun beweegredenen.” Lopez merkt voorts op dat er in 2009 en 2010 nog drie sekswerkers in Bradford zijn vermoord, voordat de politie Stephen Griffiths, door de media ‘de kruisboog-kannibaal-moordenaar’ gedoopt, werd ingerekend. “De politie heeft nu een betere PR en ze zijn veel omzichtiger in hun taalgebruik, maar qua attitude, onderzoeken en prioriteiten is er niks veranderd. Ik denk wel dat de media veranderd zijn.”

Beeld: Netflix

Geef een reactie