Alsof je naar één van de vele misdaadseries zat te kijken afgelopen dinsdagavond. Maar dan echt. Nederland was “in shock”. En terecht, ik ook. De man die onderzoekt, ontmaskert, aanklaagt en verdedigt ligt languit op de Lange Leidsedwarsstraat.

Maar ik geloof niet zo in definities als “aanslag op de rechtstaat” en “aanslag op de persvrijheid”, die overal klonken en klinken. Ja natuurlijk, ik heb vanwege mijn journalistieke werk en opvattingen ook weleens bedreigingen ontvangen. Of stront op de ramen gesmeerd gekregen. Maar dat staat niet in verhouding tot de aanslag op Peter R. de Vries.

De man die zich immer vastbijt in zijn zoektochten naar waarheid en gerechtigheid. Die zich daarbij nooit druk maakt bij wie hij wel of niet in de smaak zal vallen of wie hij wel of niet naar de mond zal praten. (En dus een droom voor elke talkshowredacteur die een saaie uitzending vreest) Hij is echt wel een ‘one of a kind’ in Nederland. “Als je daar niet tegen kunt (hij bedoelde daarmee de druk van het constante gevaar), dan kun je beter bij de Libelle gaan werken”, zo gaf hij te kennen in een interview. En dat is waar, daar is ook niks denigrerends aan. Dit is een daad aangestuurd door minderwaardige maffiosi en niks anders.

Columnist Sylvain Ephimenco verwoordde vandaag exact mijn onbehaaglijke gevoelens ten aanzien van al die reacties. Die komen namelijk van dezelfde mensen die nu met smart zitten te wachten op het 4e seizoen van de serie ‘Mocro Maffia’ waarin de trieste helden elkaar in rap, wreed en uiterst gewelddadige tempo martelen en/of uitmoorden, zo moet ik geloven aan de hand van de trailers en de verhalen van de vele bingewatchers in ons land. Of die dromen van nog een seizoen van weet ik wat voor Amerikaanse serie, waar behalve de verheerlijking van gangstergeweld tevens het niveau van de dialogen tot een absoluut dieptepunt is gezakt. Er komt geen zin voorbij zonder het woord (of een vervoeging van) f*ck. Geef mijn portie maar aan F*kkie.

Af en toe, zo’n 2x per jaar neem ik een maandje Netflix. Ruim voldoende voor mij om de (in mijn ogen) krenten uit de pap te vissen. Daarna ben ik weer helemaal klaar. Gedaan. Want immers: 90% van het aanbod is crime-, detective-, maffia- of anderszins misdaad-gerelateerd. Maar ik ga helemaal niet voor mijn ontspanning kijken naar blauwgeslagen vrouwen, mannen die elektrische geweren bedienen alsof het tennisrackets zijn en criminelen die elkaar vingers of oren afhakken. Ik bedoel dus de bloedige werkelijkheid, ietwat verdicht en geromantiseerd, als voer voor de platte beeldbuisvreters. Ik heb er niks mee, ergo: ik gruw ervan en hoef niet te zien hoe allerlei slechts als ‘vermaak’ gepresenteerd wordt. Dat heeft ook te maken met wat ik al jong in mijn leven moest meemaken, maar meer nog omdat het me mateloos ergert dat slechte mensen tot helden worden gemaakt. Ik kon op een gegeven moment zelfs niet meer naar ‘Penoza’ kijken, terwijl ik Monic Hendrickx toch echt een topactrice vind.

‘Heel Holland is verslaafd aan Mocro Maffia’, zo memoreert Ephimenco de recensie in Esquire.  ‘Een verfrissende (hûh) en geloofwaardige serie’ is het volgens de website van de NPO en het AD maakt het nog een tikkie bonter door te schrijven dat  ‘de connectie met de actualiteit het extra spannend maakt’. Nou, dat hebben we dus gezien afgelopen week. Een journalist die niet eens tijd heeft om naar al die verbeelde narigheid te kijken, wordt door een geflipte migrantenjongen van 21 jaar door zijn hoofd geschoten. Spannend toch. O nee, want dit is echte misdaad. De stand van de harde criminaliteit anno 2021, iets waar het slachtoffer nu juist tegen ten strijde trekt. En nee, ik maak van Peter R. de Vries geen heilige of martelaar, maar ik waardeer hem juist al tig jaar, omdat hij (met zijn gestrekte been hup erin) ageert tegen alles wat hypocriet en nep is.

Sylvain Ephimenco sluit zijn column vandaag af met de vraag: gaan al die fans van de serie het ook ‘extra spannend’ vinden als in het 4e seizoen van ‘Mocro Maffia’ een journalist door het hoofd wordt geschoten? Met andere woorden: in hoeverre willen we dat de fictie op de werkelijkheid lijkt of vice versa?

Ik zelf wil tenslotte melden dat één van de beste boeken van Peter R is ‘Een moord kost meer levens’, waarin alle facetten rond daders en slachtoffers van dodelijk geweld en hun families aan de orde komen. Laten we hopen dat de auteur zelf spoedig weer kan doen en laten waar hij zo goed in is. En dat u allen ondertussen de films en series waarin dat geweld geromantiseerd en verheven wordt negeert. Want de streamingsdiensten doen wat de consument blieft. U vraagt, zij draaien!

Illustratie: cover ‘Een moord kost meer levens’, Peter R. de Vries