Toen ik rond de millenniumwissel een tijdlang in Israel woonde, leerde ik ze kennen. Wat zeg ik: ik herkende ze op grote afstand. De vrouwen die overlevenden waren van de holocaust en zich, ergens na die verschrikkelijke periode, in Israel hadden gevestigd.

Sterke onverzettelijke types, die een lach en een traan combineerden en een enorme verhalendrift hadden. Ik was een dankbare luisteraar. Ergo: ik voelde me vereerd dat ik bij hen mocht zitten, naar hen mocht luisteren, dat ik het getatoeëerde kampnummer op hun arm mocht zien en dat ze me als klap op de vuurpijl ook nog ‘een witz’ meegaven en hun ferme lach nog lang doorklonk in mijn oren.

Een uitstervende generatie survivors

Inmiddels zijn we in 2021 en is hun aantal (kwestie van demografie) behoorlijk geslonken. Immers: de hel van Auschwitz, Mauthausen, Dachau, Ravensbruck en andere schandplekken uit onze geschiedenis van de afgelopen eeuw, ligt inmiddels 76 jaar achter ons. Gelukkig is er op sommige plekken in ons land, nog aandacht voor deze uitstervende generatie en gelukkig kunnen we hun verhalen nog uit de eerste hand vernemen. Jawel, nu het nog kan. Op het nippertje. Anders dan je zou verwachten, bereiken holocaustoverlevers een hogere leeftijd dan hun generatiegenoten. Zo bleek een aantal jaren terug uit onderzoek van de Leidse hoogleraren Rien van IJzendoorn en Marian Bakermans-Kranenburg in samenwerking me Israëlische wetenschappers. Zij vergeleken de gegevens van jonge immigranten die al vóór de Tweede Wereldoorlog van Polen naar Israël waren geëmigreerd met de groep die dat ná 1945 deed. In totaal ging het om 55.000 mensen.

Diehards

Het vermoeden leefde dat mensen die in een concentratiekamp hadden gezeten, juist minder oud zouden worden. Immers: ze hadden niet ondergedoken gezeten of waren desondanks toch gesnapt en hadden geleden onder voortdurende stress, honger en gebrek aan medische zorg. Het onderzoek kwam echter met een tegenovergestelde conclusie. De overlevenden van de genocide leven gemiddeld juist ruim een half jaar langer. Daarvoor zijn een aantal mogelijke verklaringen. In de eerste plaats lukte het alleen de allersterksten om de oorlog te overleven en daarnaast kan ook zogenoemde ‘posttraumatische groei’ een rol spelen. Daarvan is sprake als mensen na een trauma zo blij zijn met het feit dat ze er nog zijn, dat hun gezondheid erdoor verbetert.

Gezichten die je kunt lezen en ogen die spreken

Afgelopen weekend (bij de start van het Joodse Nieuwjaar 5782) opende in hartje Maastricht een fototentoonstelling, getiteld ‘Survivors: Faces of Life after the Holocaust’. Maker Martin Schoeller (München, 1968) woont en werkt in New York en behoort tot de portretfotografen; met een ‘big head-techniek’. Zijn close ups zijn beroemd om ‘de gezichten die je kunt lezen en de ogen die spreken’. Hij fotografeerde wereldberoemde, maar ook onbekende mensen en zijn werk verscheen in tijdschriften als Rolling Stone, Time, Vanity Fair en Vogue. Hij volgde een opleiding fotografie aan de Lette-Verein in Berlijn en was van 1993 tot 1996 de assistent van de wereldberoemde Annie Leibovitz. Ook was Martin Schoeller, na Richard Avedon, verbonden aan The New Yorker. De fotograaf exposeert inmiddels wereldwijd in musea en op kunstbeurzen.

Op zoek naar een nieuw leven

En nu dus midden in Maastricht met 75 gezichten die een ingrijpend verhaal ‘vertellen’. Deze Joodse mannen en vrouwen overleefden concentratiekampen, sloegen op de vlucht en/of doken onder en waren na de oorlog ineens ‘survivor’. Waarvan families uiteen waren gerukt en het grootste deel niet meer thuiskwam. De holocaust-overlevenden zochten na de oorlog naar een manier van leven. Velen van hen verhuisden naar de VS en uiteraard naar Israël. En velen van hen werden dus oud, heel oud. Maar, ga maar na: degenen die bij de bevrijding 17 jaar waren, zijn inmiddels 93 jaar.

Anne, Hanne & Sanne

Dat is exact de leeftijd van Hannah Pick-Goslar. Zij is behalve op de foto-expositie tevens één van de hoofdpersonen in een nieuwe speelfilm rond Anne Frank. Als ‘Anne, Hanne & Sanne’ vormde zij met Anne Frank en Sanne Ledermann voor de oorlog een bestevriendinnengroep in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Hannah wordt als Joods meisje geboren in Berlijn, maar verhuist op de vlucht voor de nazi’s naar Amsterdam. In juni 1943 werd ‘Hanneli’, zoals ze door Anne Frank in haar dagboek genoemd wordt, met haar vader (haar moeder was overleden in oktober 1942 in het kraambed bij de doodgeboorte van hun derde kind), haar grootouders en haar jongere zus Gabi door de Gestapo gearresteerd en naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Daar ontmoet ze in begin 1945 Anne nog even, vlak voor die zou bezwijken. Ze herkennen elkaar dan nog nauwelijks. Twee jonge tienermeisjes, nog voor de bloei van hun leven, verpulvert in de oorlogsmachine van Hitler en consorten.

Anne en Sanne haalden het niet. Hanne net wel

Anne stierf van uitputting, honger en tyfus (net als zusje Margot), een paar weken voor de bevrijding. Hanne werd begin april 1945 met anderen opeengepakt in de verloren transporttrein en overleefde met haar zus na een 13-daagse reis door Duitsland tenslotte. Sanne was reeds vergast in Auschwitz op 19 november 1943. Na de oorlog werd Hannah verpleegkundige. Ze emigreerde naar Israel en trouwde met dr. Walter Pinchas-Pick. Ze heeft 3 kinderen en 10 kleinkinderen en woont vandaag de dag nog steeds in Jeruzalem.

Juist nu!

‘Is het nodig?’ ‘Alweer een film over de oorlog?’ Alweer Anne Frank’, zijn een paar voorbeelden van opmerkingen die ik de afgelopen tijd hoorde, rond de release van ‘Mijn beste vriendin Anne Frank’, onder regie van Ben Sombogaart. Het zal je verbazen: er was niet eerder een nederlandstalige rolprent over dit wereldberoemde icoon van de shoa. Nu voor de nieuwe generatie tieners, hun ouders en grootouders. Juist na een weekend waarin bij een schaamteloze demonstratie in Amsterdam werd gewapperd met de de zogenaamde ‘prinsenvlag’: oranje- wit-blauw. Deze werd in 1937 gebruikt door de NSB, de afloop is bekend en rijt zodoende heel wat wonden open bij mensen uit families van o.a. verzetsstrijders, joden, roma en sinti, alswel onze indische medelanders.

‘Gelukkig’ is mijn vader dood

Coronacritici die jodensterren kapen, alsof ze Anne Frank zouden zijn, omdat ze niet zonder vaccinatiebewijs naar hun voetbalwedstrijdje kunnen. Oftewel: het oprukkende fascisme. Ze hebben nog net geen laarzen aan tijdens hun gemarcheer door de hoofdstad, iets waar mijn vader vreselijke herinneringen aan had. Ik moest mijn hippe boots in de jaren ’70 dan ook in de garage uitdoen en op mijn sokken het huis in. Want het militaire NSB- en SS-gestamp had zo zijn trauma’s nagelaten bij hem. Gelukkig hoeft mijn vader de beelden en het domme geschreeuw van de nieuwe fascisten (c.q. narcisten) anno 2021 niet meer mee te maken. Het blijkt van alle tijden: listige leiders, verdwaasde volgers. En dat is een gevaarlijke combi.

Onvergetelijke espresso’s en golanwijntjes

De gefotografeerde ‘survivors’ op de expo van Maastricht geven stuk voor stuk ook nog een wijze les aan ons mee. Net zoals de vrouwen mij destijds gaven, tijdens mijn onvergetelijke ‘Israelische periode’. Ik denk aan Frieda, Rifka, Shayna, Yentle en Zelda, die allen stokoud werden, er nu niet meer zijn, maar die wel klaslokalen vol (achter)kleinkinderen hebben voortgebracht. En ik denk, met een vette glimlach, aan onze talloze espresso’s en golanwijntjes, die we dronken tijdens onze even zo talrijke conversaties op terrassen in Jerusalem, Haifa en Tel Aviv. De boodschap die Hannah Goslar tot ons spreekt is: “Alle mensen zijn geschapen naar het evenbeeld van G’d. We zijn allemaal hetzelfde. Ongeacht huidskleur of religie moeten we proberen samen in vrede te leven. We zouden harder ons best moeten doen om goed met elkaar om te gaan!”

Foto 1: ‘Survivors: Faces of Life after the Holocaust’, van 5 september 2021 t/m 31 januari 2022 in Fotomuseum aan het Vrijthof te Maastricht.
Foto 2: ‘Mijn beste vriendin Anne Frank’, vanaf 9 september 2021 in de bioscoop en binnenkort op Netflix.