Vergeleken met de topsport van mannen staat die van de vrouwen nog steeds op achterstand als het aankomt op journalistiek, interesse, status en geld. Hoewel 40% van alle sporters wereldwijd vrouw is, gaat slechts 4% van alle verslaggeving over hen. Bovendien worden zowel vrouwelijke sporters als coaches minder betaald dan hun mannelijke evenknieën. En in de VS gaat het grootste deel van de sportbeurzen naar mannelijke talenten.
Maar net nu de vrouwensport, mede dankzij kanonnen als Serena Williams en in Nederland de vrouwelijke voetbal- en schaatsploeg, in de lift zit, ontploft er een nieuwe maatschappelijke discussie: transvrouwen die de cisvrouwen van de ereschavotten verdringen.
Prijzenkloof dichten
Laat ik beginnen met het goede nieuws. De Amstel Gold Race heeft het prijzengeld van vrouwen en mannen dit jaar volledig gelijkgetrokken. “Dat is een flinke stap voorwaarts”, aldus koersdirecteur Leontien Zijlaard-van Moorsel van de vrouwenwedstrijd. “In totaal is het prijzengeld voor de vrouwen, net als bij de heren, dit jaar €40.000,-. Dat is €30.000,- meer dan vorig jaar. Een aanzienlijke verhoging dus. Als je ziet waar het vrouwenwielrennen vandaan komt en waar we nu staan, dan is dat echt een wereld van verschil. De ontwikkeling om meer gelijkheid te krijgen in de wielersport heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. En hier willen we echt in de kopgroep zitten.”
Bloed, zweet en tranen
Maar niet alle emancipatie loopt soepel. Het kost vaak bloed, zweet en tranen. Onder aanvoering van de Amerikaanse topvoetbalster Megan Rapinoe ging de vrouwenploeg de strijd aan met de nationale bond. Ze stapten zelfs naar de rechter, maar die wees 2 jaar geleden een claim van 66 miljoen dollar nog af. Na een jarenlange juridische strijd hebben beide partijen elkaar nu gevonden. Inmiddels is de beloning voor de mannen en vrouwen gelijk getrokken. Daarbij moet wel aangetekend worden dat het Amerikaanse vrouwenelftal het succesvolste ter wereld is en ‘soccer’ bij mannen in de USA, vergeleken bij Europa en Zuid Amerika weinig voorstelt.
Trans versus cis
In zo’n beetje elke competitie sporten mannen en vrouwen gescheiden van elkaar. En dat is met goede reden; mannenlichamen beschikken door hun bouw over het algemeen over meer spierkracht, meer snelheid en meer uithoudingsvermogen dan vrouwenlijven. Puur fysieke eigenschappen die op het gebied van sportprestaties voordelen geven. Transgender-vrouwen die pas na hun puberteit in transitie gaan, hebben dus een oneigenlijk voordeel ten opzichte van cisgender vrouwen. En de angst wordt groter dat die laatsten binnen hun eigen categorie langzaam maar zeker geen schijn van kans meer zullen maken, zodra ze het tegen transvrouwen op moeten nemen.
Hoe testosteronnig bent u?
Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) besliste in 2003 dat transgender personen mee mogen sporten in de categorie die overeenkomt met hun genderidentiteit wanneer ze een volledige geslachtsaanpassing hebben doorlopen. Daartoe werden hormoonremmers, hormoonvervangende therapie en een geslachtsveranderende operatie gerekend. In 2015 werden deze regels aangepast. Voor transmannen gelden inmiddels geen restricties meer (zij hebben namelijk meestal eerder nadeel dan voordeel) maar voor transvrouwen zijn er nog wel richtlijnen. Niet alleen moeten ze verklaren dat ze zich vrouw voelen (iets dat ze 4 jaar lang niet mogen veranderen), ook moet het testosteronniveau in hun bloed minstens een jaar vóór hun eerste competitie in de vrouwencategorie onder de 10 nanomol per liter blijven. Hierop is veel kritiek. In de eerste plaats omdat cisgender vrouwen gemiddeld een veel lager testosteronniveau hebben dan 10 nmol/l, maar ook omdat testosteron niet het verschil bepaalt . Het gaat namelijk niet alleen om de hoeveel mannelijk hormoon, maar vooral om wat dat met het lichaam doet. Als jongens in de puberteit komen, stijgt hun testosteronspiegel. Dat geeft allerlei fysieke ontwikkelingen, die een volwassen man op het gebied van topsport toch zeker een voordeel van 10% tot 12% geeft ten opzichte van vrouwen.
Fysiek voordeel
Mannen ontwikkelen dankzij hun testosteron meer spiermassa dan vrouwen, die ook nog eens bestaat uit meer ‘snelle spiervezels’, die sneller kunnen samentrekken en daardoor meer explosieve kracht produceren. Daarbij bouwen ze meer vetvrije lichaamsmassa, sterkere botstructuren en gewrichten, hebben ze een groter hart, grotere longen en meer rode (zuurstofrijke) bloedlichaampjes dan vrouwen. Meer spierkracht, meer lichaamskracht, meer snelheid en meer uithoudingsvermogen dus. Testosteronverlaging neemt wel een deel van deze lichamelijke voordelen weg, maar uiteraard niet het voordeel van de ontwikkeling die al plaatsgevonden heeft. Volgens tegenstanders van transgenderinclusie in de topsport is de positie van transvrouwen dan ook onhoudbaar. Sportbonden als het IOC, die momenteel enkel focussen op de testosteronniveaus van atleten, moeten óók de fysiologische voordelen gaan meewegen die langdurige blootstelling aan testosteron teweegbrengt.
Will wint wel als Lia
Een situatie die momenteel veel stof doet opwaaien is die van Lia Thomas. Zij is de eerste transatlete die een titel kon winnen op de sterk bezette Amerikaanse universiteits-kampioenschappen bij het zwemmen. Zij won vorige maand de 500 yards (457m) vrije slag. Ze versloeg ondermeer twee concurrentes die op de Olympische Spelen in Tokio vorig jaar het podium haalden. Lia begon haar leven als Will. Als 5-jarige startte hij met zwemmen. Hij was goed, maar een topzwemmer zou Will niet worden. Veel belangrijker voor hem was om zich goed in zijn vel te voelen. Op zijn 18e begon hij daarom met een hormonenbehandeling om vrouw te worden. En na een jaar ging Will door het leven als Lia en dit jaar zou zij ook aan de gestelde eisen voldoen om mee te kunnen strijden met de vrouwen. De Amerikaanse zwembond heeft vastgelegd dat dit 3 jaar transitie moet zijn, daar zat Lia nog een paar maanden vanaf, maar ze kreeg dispensatie. De belangrijkste vraag is hoe dit verhaal verder gaat, want zij wil ook naar de Olympische Spelen van 2024 in Parijs.
De derde gender
De meningen, ook die van de topsporters zelf, zijn ernstig verdeeld, dus zal de discussie hierover de komende tijd nog flink oplaaien. En dat is terecht, want het spel moet wel zo eerlijk mogelijk gespeeld blijven worden. Bij judo, karate en worstelen zijn ook niet voor niets categorieën. Een vedergewicht heeft immers geen enkele kans tegen een zwaargewicht. De meest voor de hand liggende oplossing zou zijn het erkennen van ‘een derde gender’. Nadat ik een half jaar in Thailand was geweest en daar vele transgenders in alle mogelijke stadia van hun transities heb mogen interviewen, was dat ook al mijn conclusie. Ergo: in dit Aziatische land spreekt men heel open en bloot over het begrip ’thirth gender’.
Alle mensen zijn gelijk, maar niet alle mensen zijn hetzelfde
Journalist Identeit van ‘De Correspondent’ Valentijn de Hingh komt nog met een andere oplossing. Zij is zelf transvrouw en werd bekend door de documentaire ‘Valentijn’ waarin de transitie van man naar vrouw 9 jaar werd gevolgd. Ze studeerde literatuurwetenschappen, Frans en Wijsbegeerte, werkte als model voor bekende modemerken en is inmiddels journalist. Valentijn vindt dat we qua sportindelingen meer moeten kijken naar de paralympische sporten. In de jaren ’90 bedachten zij een systeem, waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt op basis van specifieke beperkingen, maar op basis van de functionaliteit van de lichamen van atleten. De verdeling wordt niet meer gemaakt op het lichaam dat je hebt, maar op wat dat lichaam kan. Aan de hand van sportsocioloog Roslyn Kerr legt Valentijn het uit. Laat de genderhokjes varen en vervang deze met categorieën die gebaseerd zijn op functionaliteit. Stel per sport vast welke lichaamseigenschappen ertoe doen, en deel atleten vervolgens in op basis van de mate waarin hun lichamen deze fysiologische eigenschappen bezitten. Meet van elke sporter hoeveel testosteron, rode bloedlichaamjes en snelle spiervezels zij hebben en classificeer hun prestaties vervolgens op basis van dit ‘biologische paspoort’.
Alle genders zijn gelijkwaardig, maar niet gelijkaardig
Ik vind het een aardig plan, maar ik twijfel aan de uitvoerbaarheid ervan. En daarbij biedt het geen oplossing voor de onrechtvaardige verdeling van aandacht, interesse en beloningen voor de diverse sportcategorieën. De vrouwensporten beginnen nu eindelijk flink bij te trekken, maar de paralympics worden, als het meezit, ongeveer door eentiende van het aantal mensen bekeken dat voor – zo laat ik het maar even noemen – de ‘gewone Olympics’ de TV aanzet. Voorlopig zie ik dus meer in de ‘derde gender-categorie’. Niet omdat ik transmensen niet serieus neem, wel omdat ik vind dat iemand die als jongetje wordt geboren en die als transvrouw nog steeds in het bezit is van een penis, niet helemaal kan zien als een seksegenote.
Trans Exclusionary Radical Feminist
Slechts 1 op de paar duizend kinderen wordt als transseksueel (dus lichamelijk echt tweeslachtig) geboren. Maar zoals ik al eerder schreef over transgenderiteit (dit is de m/v-identiteit die men ervaart te zijn) en de ontwikkelingen daaromtrent: ik ben een TERF en vind dat we als feministen onze verworven vrouwenrechten niet door de gootsteen moeten spoelen. Die staan namelijk eindelijk als een paal boven water. In onze westerse wereld dan, want er valt nog genoeg te veranderen. Laat onverlet dat Lisa van Ginneken (kamerlid D66) en Nikkie de Jager (Tutorials) zomaar vriendinnen van mij zouden kunnen zijn!
En dan tenslotte de gaygames. Sorry, maar die kunnen natuurlijk echt niet meer hoor. (geintje!)