WIE KOMT COMPETENT OVER?

Hoewel we over twee weken gaan stemmen voor de provincie & waterschappen en dus ook voor de Eerste Kamer (die o.a. alle wetsvoorstellen moet goed- of afkeuren) zijn het vooral de bekende politieke ‘hoofden’ en ‘stemmen’ die de media zoeken. En dus zien we veel regerings- en fractieleiders van partijen uit de Tweede Kamer. Zij moeten opnieuw het vertrouwen winnen van de kiezers.

We hoeven niet te benadrukken dat kennis van zaken, debatteren, hard werken, het politieke spel snappen, allemaal belangrijke factoren zijn die maken dat je beeldbepalend wordt voor een partij. Maar juist ook in de politiek is de eerste indruk bepalend, aldus psycholoog Alexander Todorov. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen binnen enkele milliseconden, onbewust een eerste indruk vormen over hoe competent een politicus eruit is. Proefpersonen kregen 2 (voor hen onbekende) politici zien met de vraag welke er meer competent uit zag. Wat bleek? Politici die veel competentie uitstralen, wonnen in 70% van de gevallen ook daadwerkelijk de verkiezingen. Ook andere onderzoekers bewezen dat uiterlijk en uitstraling de kiezer overtuigen. Dit is wereldwijd in even sterke mate het geval, merkt Professor Gabriel Lenz op. Mensen hebben ongeacht hun nationaliteit en/of cultuur overal dezelfde ideeën over hoe een goede politiek leider eruit moet zien.

Qua kleding zien we veel politici voor de veilige keuze van ‘blauw’ gaan. Met name mannen (van links tot rechts) komen vaak opdraven in een donkerblauw pak met een wit overhemd. Uit onderzoek van de California State University blijkt dat in westerse landen contrast in kleding erg belangrijk is. Zo straalt een donker pak met een wit overhemd autoriteit uit. Donkerblauw staat dan net weer iets vriendelijker dan zwart, dat met de horeca- en uitvaartbranche geassocieerd wordt. In niet-westerse landen gelden overigens andere regels op het gebied van kleur.

Sinds enige jaren zien we in het Haagse meerdere tinten blauw. Zo deed de Napolitaanse tint haar intrede. Behalve betrouwbaarheid straalt die jeugdigheid uit. Andere kleuren zijn vaak ook geen optie. Groen is voor boswachters, bruin straalt weinig energie uit en beige plaatst je op de achtergrond. Dan blijven, met name voor de mannen, eigenlijk alleen de kleuren blauw en grijs over. Grijs heeft, ondanks de bestseller ‘Vijftig Tinten Grijs’ een conservatief imago en dus kiezen sommige politici daar bewust voor. Denk aan Kees van der Staaij (SGP) en Thierry Baudet (FvD). Laatstgenoemde mannen hebben meer met elkaar gemeen dan je zou denken.

Vrouwen kunnen op het gebied van uiterlijk meer maken dan mannen, maar ze krijgen ook vaker en feller kritiek. Als je niet zo vaak hetzelfde voor de dag wilt komen, kun je de plank ook vaker misslaan. Dit in tegenstelling tot de mannen die elke dag in dat blauwe pak met wit overhemd kunnen verschijnen zonder enige vorm van kritiek.

Op campagne gaan kunnen de dames en heren uit de politiek dan weer wat ‘ongedwongener’ uit de kast komen. Maar als je denkt dat hier niet over nagedacht is, heb je het mis. Arjen Lubach maakte al eens een ‘modereportage’ over de immer veilige keuze van Mark Rutte.

IK RUTTEL, HIJ RUTTELT, WIJ RUTTELDEN

Je imago wordt ook, en zeker in de politiek, bepaald door hoe je spreekt, qua vorm en qua inhoud. Als je kijkt naar de laatste 15 jaar kun je concluderen dat de vorm losser is geworden en de inhoud vager. Dat viel ook taalexpert Robbert Wigt op. Hij schreef daarover het boek ‘Supergaaf’ over de taal van onze premier. Daarbij introduceert hij het werkwoord ‘ruttelen’. Mark Rutte is verbaal begaafd, legt Wigt uit in NRC. Met een grote woordenschat, behendig schakelvermogen en gevoel voor welk woord op welk moment nodig is. Hij gebruikt zijn humor slim en heeft zichtbaar plezier in het debat. Opvallend is voorts zijn gegoochel met definities. “Een memo is in de taal van Rutte iets anders dan een VVD-stuk, bleek tijdens het debat over de afschaffing van de dividendbelasting. En een memo had Rutte niet gezien. Dagblad Trouw spoorde daarna wel stukken op, maar volgens Rutte waren dat VVD-stukken. Géén memo’s.” ‘Ruttelen’ is in hoog tempo met veel woorden reageren, maar niet ingaan op de vraag zelf. Rutte gebruikt dan tevens ingeoefende woorden als ‘disculperen’ of ‘mitigeren’ om de tegenstander te ontregelen. Zonder ‘ruttelen’ had de premier het 1-aprildebat (over de ‘positie Omtzigt, functie elders’-notitie) niet overleefd, aldus Wigt in NRC. Met veel ‘geruttel’ liep het debat met een sisser af. Wie bedacht ook alweer ‘Teflon’ als zijn ‘middle name’?

LOGOS, PATHOS, ETHOS

Afijn komende weken zijn er veel debatten te zien, horen en lezen in de media. Het vertrouwen van u en mij moet immers gewonnen worden. Overtuigen doet men aan de hand van logos, pathos en ethos. Logos gaat over feiten, de inhoud. Wat heeft de politicus of politica in kwestie bereikt c.q. wil hij (m/v/x) bereiken. Iemand die zeer sterk is qua ‘logos’ is Pieter Omtzigt. Hij is een ‘dossiervreter’ en studeerde niet voor niks Economie en statistiek. Hij kan goed uitzoomen, met exacte getallen komen en durft ook anderen te verbeteren. Daar dankt hij inmiddels een behoorlijke achterban aan. Pathos is een stukje storytelling, iets waarmee je de ander raakt en dat in onze ‘ervaringseconomie’ steeds belangrijker is geworden. Bij pathos past de passie die iemand heeft voor een bepaald onderwerp. Caroline van der Plas is daar (los van wat je van haar ethos en logos vindt) een sterk voorbeeld van. Zij vertegenwoordigt de provincie, ze staat pal voor de boeren en straalt in alles ‘de gewone vrouw’ uit, als tegenhanger van al de zogenaamde randstad-poeha. Je moet er natuurlijk van houden. Ethos tot slot is cruciaal voor de politici. Namelijk ervoor zorgen dat mensen je echt vertrouwen en het vakje van de partij daadwerkelijk rood kleuren. Daar helpen uiterlijk en uitstraling aan mee, zoals ik hier eerder memoreerde, maar ethos gaat erom of (in dit geval) de kiezer het gevoel krijgt dat buiten- en binnenkant kloppen met elkaar.

Performance Vertrouwen

Ik ga u natuurlijk geen kiesadvies geven als alleen deze: ga wel stemmen op 15 maart aanstaande. Want dan pas heb je ook recht van spreken en kritiek. Tot volgende week. Dan meer over met name vrouwen in de (inter-) nationale politiek.