De Zwolse gynaecoloog Jan Wildschut van het Sophia Ziekenhuis (nu Isala) die zeker 34 kinderen verwekte met zijn eigen sperma in plaats van met donorzaad, deed dit tevens bij vrouwen die van hun eigen partner zwanger dachten te worden.
Bij zeker 3 paren werd het sperma van de echtgenoot keurig verwerkt, maar ondertussen gebruikte de gynaecoloog zijn eigen goedje of dat van een donor. “Volstrekt onacceptabel”, aldus het Isala Ziekenhuis in Zwolle. “Wildschut heeft de potjes mogelijk bewust verwisseld.”
KI
Aldus schrijft De Stentor. Minimaal 3, maar hoogstwaarschijnlijk meer kinderen blijken in biologische zin dus niet van hun vader, zoals ook door de moeder gedacht, maar van de vruchtbaarheidsarts zelf of van een van zijn donoren. “Dna-onderzoek toonde aan dat hun kinderen matchten aan het dna-profiel van gynaecoloog Wildschut of een andere donor”, staat in een verklaring. Dr. Jan Wildschut hield zich tussen 1981 en 1993 bezig met KI. Vorig jaar werd bekend dat hij daarvoor regelmatig zijn eigen sperma aanwendde, terwijl hij beweerde dat dit van externe donoren kwam.
KID & KIE
Aanvankelijk leek daar nog weinig kwaads achter te zoeken, ook niet in het geval van Dr. Jan Karbaat, want artsen met zo’n ‘spermabank’ hadden regelmatig te maken met schaarste. Isala maakte vorig jaar reeds bekend dat de inmiddels overleden arts Jan Wildschut in de jaren ’80 eigen sperma gebruikte om stellen met een kinderwens te helpen. Verschillende moeders die KID (met sperma van een donor) hadden ondergaan meldden zich vervolgens bij Isala, maar ook moeders die in het verleden dachten te waren geïnsemineerd met zaad van hun partner (KIE). DNA-onderzoeken legden de harde feiten op tafel. De vrouwen werden bevrucht met het idee dat het zaad afkomstig was van hun partner (die vlak daarvoor een potje gevuld had), maar werden in werkelijkheid ‘behandeld’ met het voortplantingsmateriaal van de arts zelf of van één van zijn megadonoren.
Andere familiebanden
Dat dit een spreekwoordelijke bom werd in betrokken gezinnen moge duidelijk zijn. Ellen Giepmans, directeur van FIOM, gespecialiseerd in afstammingsvraagstukken, zegt dat er allerlei emoties spelen bij de betrokkenen. “Deze kinderen herkenden zich eerder niet in de term ‘donorkind, aldus Giepmans, die in contact staat met de gezinnen, bij het Radio 1-programma Nieuws & Co. “Dat zij verwekt zijn door een vruchtbaarheidsbehandeling wisten zij misschien wel, maar dat de stoel van de biologische vader nu door een andere man bezet wordt, dat is heel verbijsterend voor de betrokkenen. Dus de familiebanden die eigenlijk heel vanzelfsprekend leken, moeten weer opnieuw worden herzien en ervaren.”
Regio’s
Beide ‘Jannen’ met zo’n ‘bank met de S’ in de vorige eeuw zijn overleden. Hun kinderschare is echter enorm. Een ander heikel punt daarbij is dat er in die tijd nog niet genoeg gemixt werd. En dan bedoel ik niet qua sperma, maar qua regio. Zowel bij de kinderen van Karbaat (regio Rotterdam) als bij Wildschut (regio Zwolle) werden veel vrouwen uit de omgeving geïnsemineerd. Het risico dat halfbroers en halfzussen met elkaar trouwen en zich voortplanten zit er dan ook in. In het buitenland zijn deze gevallen al bekend. Er is het verhaal van een echtpaar in Engeland dat maar niet zwanger werd (gelukkig achteraf) en er door DNA-onderzoek in het ziekenhuis achterkwamen dat ze dezelfde vader hebben.
Narcisten als megadonoren
“Karbaat was een narcist”, vertelt zijn nichtje in de documentaire ‘Het zaad van Karbaat’. “Hij zag zichzelf dus als de ideale donor.” De term ‘narcisme’ lijkt inderdaad van toepassing op de artsen en hun megadonoren die bewust bouwden aan zo’n grote kinderschare. Destijds werden in de administratie vooral de moeders bijgehouden. Dat betekende dat mannen voor meerdere klinieken ‘aan de slag waren’. Louis bijvoorbeeld is de verwekker van 200 kinderen, terwijl hij behept is met het syndroom van Asperger. Louis noemt zichzelf echter ‘een trotse vader’. Hij en nog een andere donor, die anoniem op de rug gefilmd is in bovengenoemde documentaire, blijken hun nazaten als een soort van trofeeën te beschouwen, wat hen door de biologische kinderen en hun moeders veelal niet in dank wordt afgenomen.
Internetzaad
Maar het gaat verder dan de kinderen die geboren zijn in de jaren ’80 en ’90. In de nieuwe eeuw gingen veel alleengaande vrouwen en/of lesbische paren vrij op zoek naar een geschikte zaaddonor om hun kinderwens in vervulling te laten gaan. Daar ontstonden speciale internetfora voor, want het is logisch dat je als moeder, meer dan alleen een kattebelletje met wat gegevens, wilt weten wat voor ‘vlees je in de kuip hebt’ en dus ook een ontmoeting met gesprek wenst. Er daar blijken ook al veel narcistische zaadverspreiders tussen te zitten. Zij gingen naast hun officieel geregistreerde donorkinderen hun goddelijke gang middels contacten in de digitale wereld.
Niet te stuiten
Op deze wijze heeft donor Jonathan wereldwijd al honderden kinderen verwekt. Dit vertelde hij uiteraard nimmer aan de wensmoeders. Zij kregen steevast te horen dat hij niet ‘verder zou gaan dan 10 nazaten’. Via gelijkenissen van kinderen en via verhalen van moeders bleek Jonathan een gigadonor. In Nederland mag een donor maximaal 25 kinderen op de wereld zetten, maar die regels blijken makkelijk te omzeilen. Jonathan lijkt ook niet te stuiten, zo bleek deze week in een uitzending van ‘De Vooravond’, waar twee van de moeders te gast waren, die een kind hebben van hem. Hij gebruikt hier tot aan de dag van vandaag verschillende aliassen voor. De vrouwen trekken nu aan de bel: “We willen toekomstige wensmoeders waarschuwen voor privé-donoren.”
Groot Verlangen
Germaine heeft een soortgelijk verhaal. Zij leerde ‘Nick’ kennen via de website Groot Verlangen, waar wensmoeders in contact kunnen komen met donoren. “Nick liet me de benodigde informatie zien en hij vertelde hoe hij in het leven staat. Toen hebben we afspraak gemaakt om geïnsemineerd te worden. Dat zaad heb ik gebruikt en een gezonde zoon (10) van gekregen.” Deze man beweerde dat hij maar één ander stel had geholpen en ze 2 kinderen van hem gekregen hadden”, vertelt Germaine bij ‘Hart van Nederland’. Achteraf bleek dat een leugen te zijn, vertelt een andere moeder die ook een kind van deze donor heeft. Volgens de vrouwen zouden het er namelijk ruim 200 zijn.
Reclamezuil
Nick is sinds 2007 actief als zaaddonor, je kunt wel stellen dat hij een ‘superspreader’ is. “Hij maakt allerlei Facebook-pagina’s aan waarin hij zich aanbiedt als spermadonor met foto’s van onze kinderen”, aldus Melissa, die er pas een halfjaar geleden achter kwam dat haar dochter (8) veel meer ‘halfjes’ had. Als een soort reclamefolder zette Nick foto’s van de kinderen op internet. Deze moeders zijn een petitie gestart om aandacht te vragen voor hun situatie. Ook zij willen andere vrouwen waarschuwen voor deze praktijken. Nick was op verschillende websites en sociale media internationaal actief via een aantal aliassen. Zo noemde hij zichzelf onder meer ‘Ruud’, ‘Paul Mercx’, ‘Than Dona’ en ‘Jacob’.
Sociaal werkers?
De mythologische Narcissus werd blind verliefd z’n spiegelbeeld. De wijde zaadverspreiders zien er zodoende geen enkel kwaad in, sterker nog: zij vinden dat zij goede daden vericht(t)en. “Als ik bij de ene kliniek klaar was, ging ik naar de volgende”, zegt een anonieme donor met 102 kinderen in het AD. “Soms kreeg ik te horen dat ze voldoende van mij op voorraad hadden. Dat maximum van 25 is vrij snel bereikt. “Van één kliniek weet ik dat ze dat ook overschreden hebben. Daar heb ik 35 donorkinderen.” Daarnaast bood ook deze man zich jarenlang via internet aan. “Mijn doel was niet om zoveel mogelijk kinderen te hebben”, legt hij uit. “Ik vind het leuk om te doen en mensen blij te maken. Ik voel me nuttig. De dankbaarheid van artsen en wensouders is groot. Ik heb mensen geholpen die anders misschien kinderloos waren gebleven. Dat wordt wel eens vergeten.”
Praktisch
Omdat de donorkinderen nu veelal mannen en vrouwen zijn die zelf de leeftijd hebben dat ze een gezin willen stichten, schuilt er wel degelijk gevaar. Bij twijfel geldt: altijd een DNA-test doen. Het onderzoek naar de Wildschut-zaken zal rond juli 2021 worden afgerond. Voorzitter van de commissie is Didi Braat, emeritus hoogleraar obstetrie en gynaecologie en voortplantingsgeneeskunde aan het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen. Alle patiënten van klinieken die sperma hebben ontvangen van megadonoren worden door de NVOG geïnformeerd. Ook patiëntenvereniging Freya voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen is op de hoogte gebracht. Voor donorklinieken geldt dat er binnenkort een wet komt, waardoor de richtlijn van de NVOG een officiële regel wordt. Het probleem is dat spermadonoren nog steeds buiten het systeem om en via het internet te benaderen zijn en met wensmoeders in contact kunnen komen. Tenslotte is er de Fiom KID-DNA Databank. Zowel spermadonoren, eiceldonoren als donorkinderen kunnen zich inschrijven en hun DNA-profiel laten opnemen, primair gericht op de verwantschap tussen donoren en donorkind(eren).
Beeld: Hippopx