In de Scheveningse gevangenis zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog ruim 25.000 Nederlanders opgesloten onder vaak barre omstandigheden. De destijds 21-jarige Riet Hoogland uit Enschede was een van hen. Haar recent herontdekte dagboek geeft een unieke kijk in het leven binnen het beruchte cellencomplex.
Ze verspreidde op haar werk een kritisch versje over het bombardement op Rotterdam 5 maanden daarvoor. Uiteindelijk bereikt het ook een NSB-collega en deze stapt naar de Duitsers. Het groepje werknemers van de Enschedese textielfabriek wordt gearresteerd vanwege een ‘politieke misdaad’ en gaat 6 weken lang in de politiecel, totdat het Feldgericht eind november het oordeel velt. Ze krijgen allemaal gevangenisstraf opgelegd. Riet Hoogland, die het ‘Hetzschrift’ uitdeelde en geen berouw toonde tijdens de zitting, wordt het zwaarst gestraft: 8 maanden cel. In januari 1941 wordt ze overgebracht naar de Polizeigefängnis Scheveningen, bijgenaamd ‘Het Oranjehotel’.
Coming of age
In september 2019 verscheen de documentaire ‘Het geheime oorlogsdagboek van Riet Hoogland‘. In de gevangenis stond Riet onder streng toezicht van de Duitse bezetter, maar ondertussen hield ze in het diepste geheim een dagboek bij én bleef ze gewoon doorgaan met haar verzetswerk. Ondertussen ontdekt ze haar lesbische geaardheid. Ze maakt aantekeningen op stukjes wc-papier en verstopt het potloodstompje in de voering van haar jas.
Erebaantje
Met haar persoonlijkheid maakt ze veel indruk op medegevangenen en de Duitse bewaaksters, waardoor ze een erebaantje krijgt. Ze mag helpen met het uitdelen van eten en zo komt ze veelvuldig in contact komt met andere verzetsmensen en middels briefjes die Riet doorgeeft kunnen ze hun verhalen op elkaar afstemmen om de Duitse verhoorders te misleiden. Bij haar vrijlating weet ze haar volgeschreven bundeltje wc-papiertjes mee naar buiten te smokkelen, waar ze wordt opgewacht door haar vrienden en collega’s. Ook in haar thuisstad Enschede krijgt ze een heldenontvangst, hoewel het grootste deel van de oorlog dan nog moet komen.
Geen plek
Haar notities, ook die van de gebeurtenissen buiten het Oranjehotel, werkt Riet thuis uit. Ze bewaart ze, samen met bijbehorende tekeningen en foto’s, met gevaar voor eigen leven. Na de bevrijding is het tijd om ermee naar buiten te komen, vindt de inmiddels naar Amsterdam verhuisde Riet. In 1946 meldt ze zich met de documenten bij reservemajoor Weber, die net het ‘Gedenkboek van het Oranjehotel’ heeft uitgebracht. Zijn boek is een eerbetoon aan ‘de vaderlandsliefde en heldenmoed van de Oranjegasten’. De bedoeling is om in een tweede druk meer getuigenissen van gevangenen op te nemen, maar voor passages uit het dagboek van Riet Hoogland is geen plek.
Lesbisch
Riet reageert teleurgesteld. Ze besluit enkele jaren later te emigreren en neemt haar Oranjehotel-manuscript mee naar Nieuw-Zeeland, het land waar ze tot haar dood in 1970 blijft wonen. Het 200 pagina’s tellende dagboek dreigt daarna voorgoed vergeten te worden. De Nederlandse Ineke van Dorrestein-Hoogland erfde het van haar tante en ook zij probeert het (tevergeefs) onder de aandacht te brengen. Een stoere tante en nog lesbisch ook: dat was heel lang ‘een beetje veel van het goede’ in Nederland.
Nieuwe tijden
In 2010 biedt iemand nichtje Ineke aan om de documenten door het NIOD te laten bekijken. Daar zien de medewerkers meteen dat ze met iets bijzonders van doen hebben. Ze nemen een kopie in het NIOD-archief op. Enkele jaren later krijgt Bas von Benda-Beckmann de opdracht om een boek te schrijven over het Oranjehotel, dat wordt heringericht als herinneringscentrum en Nationaal Monument. Hij stuit ook op het dagboek van Riet Hoogland. Uniek materiaal, vindt de historicus. “Riet Hoogland beschrijft het leven in de gevangenis met veel gevoel voor detail en intermenselijke verhoudingen. Je leest over de spanningen, over het karakter van de gevangenen en het Duitse personeel. Ze is bijvoorbeeld de enige die schrijft over de lesbische gevoelens onder vrouwelijke medegevangenen. Daarbovenop zijn er haar tekeningen plus de unieke foto’s van de vrijlating en de ontvangst in Enschede.”
Cover
Tijdens zijn onderzoek ontdekt Von Benda-Beckmann eveneens dat het aan Riet Hoogland te danken is dat Doodencel 601 in zijn oorspronkelijke staat bewaard is gebleven. Toen dat besluit in 1946 werd genomen, was ze als secretaresse verbonden aan de Stichting Oranjehotel. “Dat maakt voor mij de cirkel rond”, aldus de auteur. In zijn boek ‘Het Oranjehotel’ heeft Riet Hoogland dan ook een prominente plek gekregen en prijkt de foto van haar vrijlating op de cover.
Grote liefde
In 1970 is Riet Hoogland in Auckland overleden, nog maar 49 jaar oud. Maar wel met haar grote liefde, met wie ze 7 jaar samenwoonde, aan haar zijde. En zij blijkt nog wel te leven, zo ontdekten de documentairemakers. Deze Coral Trimmer vertelt in de docu het verhaal van hun geheime verhouding.
Bas von Benda-Beckmann, ‘Het Oranje Hotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen’, Uitgeverij Querido. ‘Het geheime oorlogsdagboek van Riet Hoogland’ vind je op de NPO-player