Er woedt een informatie-wereldoorlog. Daarover is iedereen het wel eens met elkaar. Ook in ons polderland, waar we ooit beroemd waren vanwege onze nuchtere houding en de bereidheid om ook politiek te polderen. Verleden tijd.

In de 80’er jaren leek het digitijdperk ver weg. In de 90’er jaren kwam het plots snel dichterbij en in de jaren ’00 zag ik in Afrika de jonge jongetjes en meisjes met draadjes tussen de hutjes geknoopt, engels leren via het internet. Ik was verheugd, want informatie zou er van nu af aan voor iedereen komen. Maar in dit decennium is er teveel informatie, mensen zijn er de weg in kwijt. De media zijn opgekocht door superrijken of opgeslokt in conglomeraten en de consument is het spoor bijster. Desinformatie kweekt wantrouwen, kweekt verwarring. Er kwam een pandemie overheen (over informatie-oorlog gesproken) en voilà: de fysieke oorlogen breken uit.

Desinformatieve manipulatie

Maar juist veel mensen die waarschuwen tegen desinformatie (doelbewust verspreiden van onjuistheden) en misinformatie (onbewust desinformatie verspreiden) trappen zelf met twee benen in de valkuil. ‘Een hele waarheid is beter dan een halve leugen’. Als consumenten niet goed geïnformeerd zijn, kunnen ze op alle mogelijke manieren gemanipuleerd worden. Er heerst, zeker met de bloedige strijdtonelen die momenteel het nieuws beheersen, nogal wat verwarring. Geopolitiek is het de vraag: ‘wie is vriendjes met wie?’ Maar ook op kleinere schaal geldt dat. Geld stuurt de wereld en geld stuurt, meer dan ooit, ook de journalisten. Om die reden vaak spottend ‘hoernalisten’ genoemd.

En als er al vrije onafhankelijke publicaties zijn, wordt heel snel gekeken uit welk ‘kampje’ dit komt en of dit dus aandacht, kritiek of zelfs een boycot verdient. Dat is momenteel het geval met het boek van Jan van de Beek, getiteld ‘Migratiemagneet Nederland’. Ik vermoed dat veel critici alleen al bij de titel van dit werk hoog in de gordijnen zaten. Terwijl ik het juist opvatte als een compliment. Nederland is een fijn land en dat trekt velen uit minder liberale en minder welvarende streken aan.

Reden tot optimisme

De omvangrijke immigratie is bij ons dan ook al een halve eeuw het meest bediscussieerde thema. Het vorige kabinet viel erdoor en de verkiezingsretoriek van 2023 had als hot issue: asiel & migratie. Ons kleine landje is inmiddels het volste land van Europa. Wat ik persoonlijk het allerschadelijkste narratief vind is dat er door bepaalde groepen wordt gezegd dat Nederlanders niet gastvrij zijn. De statistieken laten zien hoe onwaar dat is. Als zeevarende en havenrijke natie zijn we al honderden jaren gewend aan het feit dat buitenlanders naar hier komen. Ik woon in het Gooi, waar tot een paar jaar geleden het grootste AZC van ons land was. Ik heb nimmer gemerkt dat mensen xenofobisch zijn. Ergo: er werd en wordt veel gedaan voor asielaanvragen, huisvesting en scholing. Door heel veel vrijwilligers.

Alleengaande jonge testosteronbomnmen

Het is in de eerste plaats niet de kwantiteit van asielzoekers die problemen geeft, maar wel hun kwaliteit. En voordat u weer boos wordt: dit gaat niet over de beoordeling van hun mens-zijn, maar wel over de urgentie van hun migratie. De instroom gaat mank op twee punten. Ten eerste golft er een deel ‘pleurislijers’ mee. Die zitten er in elke bevolkingsgroep. Percentsgewijs echt niet meer onder Afrikanen dan onder Europeanen. Maar het feit dat in sommige azc’s driekwart of meer bestaat uit alleengaande jongere mannen is een recept voor gelazer. Dat gaat broeien en op een bepaald moment zien mensen in de buurt van bijvoorbeeld Ter Apel en Budel alleen nog maar de rottigheid. Veel van hen zeggen: “Laat de IND de zaakjes eerst maar eens beter voor elkaar hebben!” En in een relatief goed georganiseerd land als de onze, is dat geen onzinnige opmerking.

De uit MENA-landen ingestroomde jonge mannen staan stijf van de testosteron en lijden aan haat tegen zelfstandige vrouwen en genderdiversiteit. Daar heel ‘politiek correct’ (excusez le mot) aan voorbij gaan, is schieten in de eigen Hollandse vrije voeten. De titel van eerdergenoemd boek verduidelijkt dat. Nederland is een migratiemagneet, omdat het hier vrij, blij en redelijk welvarend is. Maar als een deel van degenen die gastvrij ontvangen wordt, maakt dat die sfeer omslaat, kun je als beleidsmakers niets anders doen dan pas op de plaats maken. Oftewel: eerst goed zorgen voor degenen die hier al zijn en veel beter kijken naar daar waar de nood het hoogste is.

Geen plek meer voor de tolken

Ik haal het voorbeeld van de laatste vliegtuigen uit Afghanistan nog maar even weer aan. In plaats van vrouwen, gehandicapten, queers en andere kwetsbaren zaten de toestellen vol met jonge, gezonde kerels. Zij namen de plekken in van o.a. de tolken en de andere Afghanen die de westerse troepenmachten hadden geholpen. Een cruciale fout, waar nu koortsachtig aan gewerkt wordt, maar nog steeds bij de pleitbezorgers van massa-immigratie geen juiste bel doet rinkelen. Ja, ze schreeuwen wel moord en brand vanachter hun politiek correcte façades en zijn beretrots dat ze er weer eens een supersociale tweet hebben uitgegooid. Met de uitstraling: “Kijk mij eens sociaal bewogen zijn.” En: “Elon Musk is een Trumpiuaanse eikel, maar ik blijf zijn medium wel gebruiken voor het goede doel.”

Er zijn veel crises gaande in ons land. Een wooncrisis, een toeslagencrisis, een zorgcrisis, een stikstofcrisis, een gaswinningcrisis, maar we mogen het woord asielcrisis niet gebruiken. Want die bestaat niet. Wegkijken is levensgevaarlijk. Net als slapen op een grasveld bij ter Apel in de stromende regen gevaarlijk is.

Bar en boos

De redactie van het programma ‘Bar Laat’ (BNNVARA) nodigde bovengenoemde auteur Jan van de Beek daarom uit en zette hem tegenover Tweede Kamerlid Kati Piri, die al voor het gesprek startte, woedend uit haar ogen keek. Dat werd bepaald geen taart bij de koffie op de burelen van de programmamakers. Alle ‘vrienden van de show’ buitelden over hen en over presentator Jeroen Pauw heen. Van de Beek noemde het geen asielcrisis, maar een integratiecrisis. En dat is exact wat er aan de hand is. Het gaat niet om het deel moslims dat snel de taal leert en de cultuur leert begrijpen en omarmen, waardoor ook hun kinderen op school snel aansluiten bij de rest. Zichtbaar en merkbaar zijn vooral die anderen die niet integreren. Zij, met name jongens en mannen, hebben een hoog aandeel in de criminaliteit en/of leeft lang van een uitkering. Dat Van Beek dat mocht zeggen op TV wordt Pauw nu verweten. Hij had meer tegengas moeten geven en met de ‘juiste cijfers’ moeten komen. Kati Piri had het aan tafel over ‘een gure wind’, maar zal bij het terugkijken van de uitzending moeten concluderen dat die voornamelijk van haar zijde kwam.

Integratiecrisis

Van Beek slaat met de term ‘integratiecrisis’ de spijker op de kop. De Indonesiers, de Argentijnen, de Ieren, de Duitsers en zo nog eens wat andere dna-klutsjes vormen helemaal het probleem niet. Ook niet het groeiende aantal Chinezen dat de Nederlandse horeca, maar ook de wetenschap etc. bevolkt. De olifant in de kamer is dat het gros van de mensen die graag Nederlander wil worden, afkomstig is uit culturen die feitelijk haaks staan op de onze. Dat is een frontale botsing. En het gekke is: ik vertel hier helemaal niks nieuws, want dat weten alle Nederlanders al heel lang. Maar dat hardop zeggen of opschrijven komt je op veel vijandigheid te staan.

‘Sorry, maar we hebben het boek niet gelezen’

Op X (Twitter) volgden de scheldkanonades. Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom CBS, noemde Van de Beek een ‘cherrypickende charlatan’. Siem Eikelenboom, journalist bij Follow the Money riep: ‘een rechts-extremistische laaienlichter’. Hans Laroes, ex-hoofdredacteur NOS Journaal retweette dit gretig. Ook de immer aanwezige Leo Lucassen, hoogleraar migratiegeschiedenis in Leiden, mengde zich in de digistrijd. Hij noemt Van de Beek ook al een charlatan, een populair woord sinds de coronacrisis. Hij weigert om met collega-auteur Van de Beek in debat te gaan, omdat die geen ‘peer-reviewed publicaties over immigratie op zijn naam heeft staan’.

‘Detail’: geen van blazende, twietende boze personen had het boek ‘Migratiemagneet Nederland’ gelezen. Jan van de Beek promoveerde op de geschiedenis van het onderzoek naar de economische gevolgen van de immigratie naar Nederland en publiceerde uitvoerig over de effecten daarvan. Juist omdat deze stem zo geweerd werd in het nationale debat kon de integratiecrisis ontstaan. En daarbij zijn, zoals dat nou eenmaal een natuurwet is, de goeden de dupe. Lees: de wel integrerende migranten, de oorlogsvluchtelingen en degenen die buiten de migratieboot vielen, omdat velen hen voor waren.

De O van olifant en oikofobie

Nederland als een veilige vluchthaven voor mensen die in hun eigen land geen leven meer hebben. Omdat ze een ander geloof hebben of een niet-heteroseksuele geaardheid, omdat ze durven opstaan tegen hun ondemocratische regering en daardoor (met vaak hun hele familie) gevaar lopen. Hoe mooi is dat! Maar wat er gebeurt is dat er allerlei mensen uit niet-democratische en niet-welvarende oorden naar Europa komen. Zij willen hier liever leven dan in hun eigen land. Maar ze nemen wel de niet-democratische ideeën van herkomst mee. En daar willen ze dan graag ook veel ‘respect’ voor. Het kan niet zo zijn dat je in een land wilt wonen, waar je het leefklimaat van verafschuwt. Nederlanders die dit alles willen verbloemen moeten zelf wel een hekel aan hun land hebben. Alleen een positieve benadering kan deze crisis oplossen. Nederland is gastvrij en dat moet zo blijven!

Beeld: screenshot ‘Bar Laat’ (BNNVARA)