De voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright overleed gisteren op 84-jarige leeftijd, omringd door haar familie en vrienden. De Democraat Albright was van 1997 tot 2001 minister van Buitenlandse Zaken ten tijden van president Clinton.

Ze was de allereerste vrouw ooit die dit ambt bekleedde in de VS. Een pionier, een rolmodel, een politicus van de eerste orde met een duidelijke mening over vrijheid, ja ook over vrijheid van meningsuiting en over feminisme.

Pinnig

Tijdens haar ambtsperiode reisde Madeleine Albright veel over de wereld en kwam ze vaak in aanraking met regimes en mannenmaatschappijen die vrijheid minder haag in het vaandel hadden. Op subtiele wijze wist ze daaraan uiting te geven. Zo droeg ze broches waarmee ze bepaalde boodschappen afgaf. Ze begon daarmee toen een dichter in dienst van Saddam Hoessein (1937-2006) haar als ambassadeur van de Verenigde Naties in 1994 ‘een serpent’ had genoemd. Bij volgende ontmoetingen met Irakese delegaties droeg Albright steevast een broche van goud in de vorm van een slang. Aan zijn bek een diamant. Albright toonde daarmee aan niet over zich heen te laten lopen. Ook droeg ze een miniatuurbezem als broche, nadat ze weer eens voor ‘heks’ uitgemaakt was. Ze schreef het in 2009 allemaal op in haar boek ‘Read my pins’.

Queen bees

“Voor vrouwen is het er niet simpeler op geworden sinds de emancipatie en feministische golf. Vroeger dachten vrouwen ‘we kunnen het niet’ en nu moeten ze alles doen. Ondanks dat vrouwen multitaskers zijn en uitstekend in staat verschillende dingen gelijk te doen is het niet makkelijk.” Dat waren Madeleine Albrights woorden in 2013. Dat vrouwen nog steeds niet op het niveau zitten van mannen in het maatschappelijke en politieke leven, is tevens de schuld van henzelf, benadrukte Albright. “Er is een enorme druk om te presteren. Vooral door onderlinge strijd tussen de vrouwen. Je hebt juist als vrouw hulp nodig van elkaar.” En zo kwam ze tot haar beroemde quote. “Ik zeg altijd ‘er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die elkaar niet helpen’. Ze lijden aan het Koninginnebij-complex, ze willen allemaal ’the queen’ zijn. Een vrouw neemt niet zo gauw een vrouw aan. Misschien dat jaloezie een rol speelt. Vrouwen veroordelen elkaar juist, niet de mannen, maar de vrouwen gunnen elkaar niets.”

Het glazen plafond

Tijdens een TED-talk uit 2010, waarin haar gevraagd werd naar de aparte broche die ze die dag droeg, muntte zij de uitdrukking: “Dit is het doorbreken van het glazen plafond.” Hillary Clinton zou deze zinsnede nog vaak gebruiken. Helaas lukte het Hillary in 2016 niet en brak het Trump-tijdperk aan. Over hem was Albright heel duidelijk: “Hij is de meest ondemocratische president uit de hele Amerikaanse geschiedenis.” Uiteraard vond ze een man als Donald Trump een achteruitgang voor de vrouwenzaak waarvoor zij zich altijd had ingespannen. “Toen ik minister van Buitenlandse Zaken was, besloot ik dat vrouwenkwesties centraal moesten staan in het Amerikaanse buitenlandse beleid, niet alleen omdat ik feminist ben, maar omdat ik geloof dat de samenleving beter af zal zijn wanneer vrouwen politiek en economisch ontvoogd zijn. Dan worden waarden doorgegeven, de gezondheidssituatie verbetert, er komt beter onderwijs en meer economische welvaart. Dus ik denk dat het ons – degenen onder ons die leven in landen waar we een economische en politieke stem hebben – betaamt om andere vrouwen te helpen. Dat nam ik mezelf voor zowel bij de VN als later toen ik minister van Buitenlandse Zaken was.”

De G7

En op de vraag of ze tegenwerking kreeg door dat een centraal punt van het buitenlands beleid te maken, antwoordde Albright: “Ik denk dat ze dachten dat dat een ‘zacht probleem’ was. Maar uiteindelijk wist ik dat vrouwenthema’s eigenlijk de moeilijkste kwesties zijn, omdat die in zo veel aspecten te maken hebben met leven en dood – en omdat, zoals ik al zei, het echt centraal staat in de manier waarop we over dingen denken. Neem bijvoorbeeld enkele van de oorlogen die aan de gang waren toen ik in dienst was. Bij veel ervan waren vooral vrouwen slachtoffers. Toen ik begon, was het oorlog op de Balkan. De vrouwen in Bosnië werden verkracht. We zijn er toen in geslaagd een tribunaal voor oorlogsmisdaden op te zetten om op dit soort kwesties in te gaan. Ik was net begonnen bij de VN. Toen waren er 183 landen, nu zijn het er 192. Maar het was één van de eerste keren dat ik niet voor mezelf hoefde te koken. Dus zei ik tegen mijn assistent: “Nodig eens wat andere vrouwelijke permanente vertegenwoordigers uit.” Ik dacht toen dat er heel wat vrouwen naar mijn appartement zouden komen. Maar het waren er maar 6 van de 183. De landen met vrouwelijke vertegenwoordigers waren Canada, Kazachstan, de Filipijnen, Trinidad Tobago, Jamaica, Liechtenstein en het mijne. Als Amerikaan besloot ik dan maar een caucus te organiseren. Zo gezegd, zo gedaan, en we noemden onszelf de G7.”

Annalena Baerbock

Er is alvast een vrouw die in haar voetsporen kan en wil treden. De nieuwe Duitse regering die eind vorig jaar aantrad, legde in het regeerakkoord vast dat er een feministische buitenlandpolitiek moet komen. Nu Rusland Oekraïne is binnengevallen, is dat streven volgens de oppositie niet langer vol te houden. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock, die anders dan veel andere Duitse politici al veel langer kritisch stond tegenover Rusland, wil daar niets van weten. In de Bondsdag legde ze (notabene op de sterfdag van de door haar ook zo bewonderde Madeleine Albright) uit waarom meer investeringen in Defensie hand in hand moeten gaan met aandacht voor vrouwenrechten. Aanvankelijk wordt haar betoog met schamper gelach ontvangen, maar naarmate ze verder praat, krijgt ze meer en meer bijval vanuit de zaal. Ze verhaalt van een bezoek dat ze onlangs bracht aan de moeders van Srebrenica. “Zij vertelden mij hoe zij de sporen van de oorlog nog altijd met zich meedragen. Zij zeiden tegen mij: ‘Destijds werd er niets gedaan als vrouwen werden verkracht, omdat verkrachting als oorlogswapen niet werd erkend. Het Internationaal Strafhof vervolgde de verkrachters niet.’ Daarom kan het Defensiebeleid in de 21ste eeuw niet meer zonder feministische blik.”

Poetin begaat een vergissing

Ik denk (en hoop) dat we nog veel van deze Annalena Baerbock zullen gaan horen en mocht er een hemel bestaan dat Madeleine Albright haar met vreugde zal gadeslaan. Die overigens bijna tot het laatst de actualiteit volgde. Vorige maand nog, een dag voor de Russische invasie, schreef Albright een opiniestuk in ‘The New York Times’, waarin ze waarschuwde dat president Poetin een historische vergissing zou begaan als hij Oekraïne binnenviel. Volgens haar zou dat leiden tot verwoestende kosten voor Rusland zelf.