Adidas maakte afgelopen week behoorlijk wat los door voor de promotie van hun nieuwste zwemcollectie een man in een badpak te zetten. Uiteraard is het een staaltje “pinkwashing” van de sportkledinggigant, maar de rapen waren voor vele conservatieven gaar. Nu werd er eens teveel bedekt in plaats van te weinig. Dat commentaar hadden we sinds de boerkini-discussies niet meer gehoord.
Echter: meer kleding aantrekken dan nodig is, gebeurt zeker niet alleen maar vrijwillig. Vandaag in het nieuws: het aantal jonge vrouwen dat een ‘subwayshirt’ draagt, neemt recht evenredig toe met de temperaturen.
Oversized en bedekt
De kans is groot dat de term geen belletje doet rinkelen, maar dat je wél bekend bent met het fenomeen, dat momenteel flink besproken wordt op social media. Jonge vrouwen laten zien hoe ze een oversized kledingstuk over hun zomerse outfits dragen om aan de blikken (of erger) van griezels in het openbaar vervoer en op de stations te ontsnappen. “Ik wist niet dat het zo heette, maar ik doe het al jaren”, aldus twee Nederlandse vrouwen in de Vlaamse krant De Morgen, als zij via de roltrappen van het station het Antwerpse stadscentrum bereiken. “Als zowel mijn decolleté als armen bloot zijn, neem ik iets mee om me te bedekken wanneer ik de tram neem”, vertelt de 33-jaroge Charlotte. “Ook omdat het wel frisser is in de ondergrondse stations, maar vooral omdat je geen zin hebt in vuile blikken.”
In hemdje vogelvrij
Voor mij als OV-reiziger is dat herkenbaar. Vroeger was echt niet alles beter (zo’n boomer ben ik niet), maar ik kan me niet herinneren dat ik toen ik in ‘de gevaarlijkste jaren van mijn leven’ was, me ooit zorgen heb gemaakt over het feit of mijn hemdje wel of niet te bloot was. Blote armen, een decolleté of een korte broek zijn immers nimmer uitnodigingen om daar commentaar op te leveren of om seksuele toespelingen te maken. Hoewel….
Uit mijn leven gegrepen
“Hé, lekker ding, wat zie je er leuk uit!” “Zullen we samen een potje ….” “Wat zeg je?” “Hee Pssst, ja ik heb het tegen jou!” “Ach, kankerho*r, kankersl*t, dan zeg je toch niets!” Wanneer je te vriendelijk op een man reageert ben je een slet. Als je niet reageert op seksistische benaderingen op straat (“He, kan er zelfs geen lachje vanaf?”) ben je een “arrogante rottrut”. Dit is autobiografisch. Ik maakte het een aantal jaren geleden mee op station Antwerpen. Het was deze tijd van het jaar en om 9 uur ‘s avonds dus nog volop licht. Toch was de sfeer dreigend. Van terwijl ik het station binnen ging totdat ik op het voor mij juiste perron was aangekomen, had ik de hier bovenstaande verwensingen reeds naar mijn hoofd geslingerd gekregen.
Lantarenpaaleffect
Daar aangekomen trof ik twee meiden van een jaar of 18. Blijkbaar deed mijn ‘het doet mij allemaal niks, laat me met rust’-uitstraling het bij hen wel goed, want ze vroegen heel beleefd of ze bij me mochten komen staan. Zij waren al een half uur lang geïntimideerd. Omstanders durven niet veel, omdat ze bang zijn zelf klappen te krijgen. En zo ervoer ik met die meiden wat wij eigenlijk allemaal, altijd en overal zouden moeten doen. Niet in de lantarenpaalhouding (lees: net doen of je niks ziet of hoort) schieten, maar met elkaar een front vormen.
Harde cijfers
In 2020 was er in Amsterdam reeds de campagne #jijstaatnietalleen vanwege de toegenomen straatintimidatie. Daaronder vallen: ongewenste uitlatingen of gedragingen op straat of op een andere openbare plek. Vaak genoemde voorbeelden zijn naroepen of nafluiten: het zogenaamde ‘catcalling’. Het is voor degenen die het overkomen (vrouwen en ook mensen uit de queerwereld) een aantasting in gevoel van vrijheid en vaak ook echt bedreigend. Driekwart van de jonge vrouwen en de helft van alle vrouwen in Amsterdam hadden er het afgelopen jaar mee te maken. Dat blijkt uit onderzoek van de Dienst Onderzoek & Statistiek onder 5045 Amsterdammers vanaf 15 jaar, dat gepubliceerd werd in maart jongstleden. In 5% van de gevallen werden mensen in het nauw gedreven, 2% van de respondenten is ongewenst betast. 54% van lesbische, homoseksuele en biseksuele Amsterdammers werden ermee geconfronteerd en ook eenderde van de mannen. Bij de laatste groepen ging het meestal om beledigingen of regelrechte bedreigingen.
Oplossingen zijn noodgrepen
De nieuwste Samsung-telefoons (met Android 5.0 of hoger) en Apple’s iOS 11 hebben een aparte SOS-functie voor noodsituaties. Daarbij horen ook een schel alarmsignaal en het toevoegen van contactpersonen (die dan een bericht krijgen) tot de mogelijkheden. In Rotterdam bestaat reeds de StopApp, waarmee je intimidatie of belaging in de openbare ruimtes direct kunt melden. Maar er zijn een aantal dingen die zo spoedig mogelijk nog beter geregeld moeten worden in ons land. Ten eerste het wettig strafbaar stellen van straatintimidatie in een duidelijke wet. Er liggen inmiddels voorstellen op tafel om dit landelijk officieel te kunnen verbieden. Daarnaast zal er voor elke mobiele telefoon een bruikbare knop of icoontje moeten komen voor personen in acute nood. ‘Het ei van Columbus’ op dit gebied is er nog steeds niet.
Voorkomen i.p.v. genezen
Daarbij is er ook het fenomeen van ‘bevriezing’ in situaties van stress en paniek. Dan is een slachtoffer niet meer in staat tot adequaat handelen en dus aangewezen op de omgeving. Het is al erg genoeg dat het accent ligt op het ‘genezen’ van de situatie en niet op het ‘voorkomen’. En daarmee bedoel ik dat het probleem nu ligt op het bordje van vrouwen en queers en niet op het bordje van de daders: stuk voor stuk vervelende machomannetjes die niet of te weinig worden gecorrigeerd. Dus mensen die zeggen dat het ‘wel klaar is’ met de emancipatie van vrouwen en queers: het straatprobleem is nog steeds niet opgelost!
Paradox
En terwijl vrouwen in Iran vechten om van hun lichaamsbedekking af te komen, moeten wij hier in ons ‘vrije Nederland’ de boel bedekken? Kom op zeg, toon sisterhood of beter nog: siblinghood in het kader van veiligheid in onze openbare ruimtes. Let op elkaar en laat vooral ook die eeuwig aanwezige smartphones eens wat nuttigs doen. Ga om bedreigde personen heen staan en zet de camera aan. Maak herrie en indien nodig: bel de hulpdiensten!
Illustratie: pxhere