Aan het begin van de jaren tachtig werd de westerse wereld opgeschrikt door een mysterieuze, dodelijke ziekte. In de Verenigde Staten hadden homomannen allerhande infecties, tumoren en andere ziektes. Dit ging zo razendsnel dat ze niet herstelden en razendsnel stierven. Al snel werd dit homokanker genoemd.
De ziekte kreeg in medische kringen de naam GRID, Gay Related Immune Disease. Al snel bleek echter dat het net zo hard om zich heen greep onder injecterende drugsgebruikers, mensen die donorbloed ontvingen en heteroseksuelen. En in Afrika bleek het reeds een echte epidemie. Uiteindelijk werd de naam AIDS (Acquired Immune Deficiency Syndrome).
Homofobie
De paniek die in de 80’er jaren ontstond doordat homomannen als ratten in de straat stierven, was vele malen groter dan die van het apenpokkenvirus op dit moment. Maar vergelijkbaar zijn de vingers die momenteel wijzen naar homo’s, omdat er met name in deze groep de eerste bekende besmettingen zijn. Orthodox religieuzen en conservatieve bewegingen wenden het aan voor hun homofobie. Echter: er bestaat helemaal niet zoiets als een ‘gaydisease’!
Zoönose
Apenpokken worden veroorzaakt door een virus dat zich, in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, meestal verspreidt onder knaagdieren en soms ook onder apen in Centraal- en West-Afrika. Af en toe springt het over op mensen (zoönose) en veroorzaakt het een kleine uitbraak. De ziekte werd in 1958 voor het eerst vastgesteld bij apen in laboratoria. Het eerste geval bij mensen werd in 1970 aangetroffen in wat nu de Democratische Republiek Congo is. Sinds een aantal weken worden besmettingen in Europa gerapporteerd. Een verband met het Festival Darklands in Antwerpen zorgde voor een stroom van antihomoberichten op sociale media. Schrijnend, omdat dit juist op 17 mei: de dag tegen homofobie, gebeurde. Echter: homomannen zijn de spreekwoordelijke kanaries in de kolenmijn.
Nee, geen seks met apen
Dat er vanaf 1981 in het begin vooral homomannen getroffen werden door aids, had te maken met de grotere overdraagbaarheid bij anale seks. Vooral de ontvangers lopen bij seksueel contact risico. Wetenschappers ontdekten nog niet zo lang geleden echter, dankzij DNA-onderzoek, dat hiv rond 1920 in Kameroen werd overgedragen van aap op mens. Het hebben van seks met apen is echt ‘een broodje aap-verhaal’. Doordat jagers veelvuldig met apenbloed in contact kwamen, waren zij de eerste slachtoffers. Na de Tweede Wereldoorlog verbeterde de infrastructuur in Afrika. Naarmate mensen zich makkelijker konden verplaatsen en er steeds meer intercontinentaal gereisd werd, verspreidde hiv zich over de gehele aardbol.
Meer aids bij vrouwen
Anno nu worden er per week wereldwijd gemiddeld 5000 vrouwen tussen de 15 en 24 jaar besmet met hiv, tegenover 2700 mannelijke leeftijdgenoten. Vrouwen zijn nog vatbaarder voor besmetting dan mannen, omdat bij de geslachtsgemeenschap een groter oppervlak is betrokken en sperma een hogere concentratie van het virus bevat dan vocht uit vulva en baarmoederhals. Tijdens de menstruatie wordt dit risico nog verhoogd. Anale seks (veelal toegepast als voorbehoedsmiddel in ontwikkelingslanden en/of in religieuze kringen, maar onder invloed van porno ook steeds gebruikelijker in westerse landen) blijft het meest riskant, omdat dit tere lichaamsdeel makkelijk beschadigd raakt en het virus via wondjes via huid of slijmvliezen het lichaam kan binnendringen en zo in het bloed kan terechtkomen.
Soa’s versterken elkaar
Als één van de partners ook nog een andere soa heeft, wordt het virus nog makkelijker overgedragen. Vooral aandoeningen die gepaard gaan met huidbeschadigingen, zoals syfilis en herpes, verhogen de kans op besmetting. Vooral in de beginstadia van de ziekte zijn dragers van hiv besmettelijk voor anderen, omdat er dan veel virusdeeltjes in het bloed circuleren. Datzelfde geldt als de infectie in een vergevorderd stadium is.
Vrouwen worden verkracht en besmet
83% van de infecties wordt gemeld vanuit het deel van Afrika ten zuiden van de Sahara, meldt het Aidsfonds op basis van de meest recente cijfers van Unaids. Het risico van besmetting bij vrouwen wordt nog eens vergroot, omdat zij geen zeggenschap over condoomgebruik hebben, slachtoffer zijn van seksueel geweld (ook ingezet als oorlogswapen) en sowieso door een algeheel gebrek aan goede voorlichting.
De Dapivirine-ring
Het Aidsfonds en partners pleiten daarom onder meer voor het zo snel mogelijk aanbieden van een ring met hiv-preventiemiddel in Kenia, Tanzania, Uganda en Rwanda. De Dapivirine-ring gebruikt dezelfde technologie als de anticonceptiering. Het is een flexibele, siliconenring die zelf kan worden ingebracht in de vagina en langzaam z’n werkzame stoffen afgeeft, in dit geval de hiv-remmer dapivirine. Onderzoek toonde reeds aan dat het risico op hiv met gebruik van de ring met meer dan de helft afneemt.
Emancipatoir
Daarmee is het uitstekende optie voor vrouwen die niet in een positie zijn om condooms te gebruiken en/of de hiv-preventiepil PrEP niet tot hun beschikking hebben. Dat de ring discreet kan worden gebruikt en maar eens per maand vervangen hoeft te worden, maakt dat vrouwen het heft van hun gezondheid in eigen hand kunnen nemen. Het Nederlandse aidsfonds en haar buitenlandse partners pleiten daarom ook voor een snelle invoeringen brede beschikbaarheid van deze voorbehoedsmiddelen voor vrouwen.
Krijg de pokken!?
En dan nog even over de apenpokken-paniek. Dit is met nadruk geen soa, omdat het zich verspreid via grote ademhalingsdruppels. Denk aan dicht op elkaar zitten in kleine ruimtes, gezinsgenoten en ja, dus ook alle vormen van seks. Het antivirale geneesmiddel tecovirimat (ook verkocht onder de merknaam Tpoxx) is in Europa goedgekeurd voor de behandeling van pokken, apenpokken en koepokken. Er bestaat ook een vaccin, genaamd Jynneos (ook bekend als Imvanex en Imvamune), dat in Europa en de VS goedgekeurd is voor de preventie bij mensen vanaf 18 jaar. Bovendien zouden mensen die oud genoeg zijn om als baby tegen pokken te zijn ingeëntnog altijd enigszins beschermd moeten zijn. In Nederland is men in 1974 gestopt met deze algemene zuigelingenvaccinatie, in België in 1976.