In 2018 werden praktijken van de overleden vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat wereldkundig gemaakt. Er werd o.a. een documentaire bij de NPO uitgezonden met de veelzeggende titel “Het zaad van Karbaat”. De uitbater van een spermabank werkte met zogenaamde megadonoren, waarvan hij er zelf ook eentje bleek. De teller van kinderen waarvan vaststaat dat Karbaat de biologische vader is, staat momenteel rond de 70.

Deze voormalig directeur van de Militair Geneeskundige Dienst en geneesheer-directeur van het Rotterdamse Zuiderzee Ziekenhuis stortte zich vanaf 1973 op kunstmatige inseminaties. In de jaren tachtig en negentig had hij de grootste kliniek op dat gebied in Nederland en leverde hij tevens nationaal en internationaal aan collega-spermabanken.

In die tijd kwamen alleen getrouwde heteroparen, waarvan de man traag of steriel zaad had in aanmerking voor KI. Alleenstaande vrouwen of lesbische paren moesten betalen om in priveklinieken te worden geholpen. Daarin was Jan Karbaat een pionier en daarom werd en wordt hij nog steeds geprezen. Pas rondom de millenniumwissel kwamen er betrouwbare DNA-ouderschapstesten en mede daardoor ingegeven werd het vanaf 2004 verboden om anoniem sperma te insemineren. Dat betekent dat donorkinderen van voor die tijd op zoek gingen naar hun biologische ‘roots’. De Fiom KID-DNA Databank werd in 2010 speciaal opgericht om verwanten bij elkaar te brengen. Zowel spermadonoren, eiceldonoren als donorkinderen kunnen zich vrijwillig inschrijven en hun DNA-profiel in de databank laten opnemen. Wanneer er dan een match gevonden wordt, krijgen de betreffende personen daarover bericht.

Sjoemelzaad, sjoemeladministratie

De Inspectie van Gezondheidszorg sloot de Karbaatkliniek begin 2009, omdat die niet voldeed aan de zogenaamde ‘Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal’. In de jaren daarna werd er steeds meer bekend over de misstanden die zich er hadden afgespeeld. De officiële richtlijn, dat een donor niet meer dan 6 kinderen zou mogen verwekken bleek genegeerd. Ook waren er kinderen van dezelfde moeder die geen volle broers en zussen van elkaar bleken te zijn, ondanks dat Karbaat beweerd had dat er beide keren geïnsemineerd was met het zaad van dezelfde donor. Voorts bleken de gegevens in donorpaspoorten niet te kloppen. Er zijn bijvoorbeeld zo’n 200 (!!) kinderen verwekt met het zaad van een man van Surinaamse afkomst met het syndroom van asperger, ondanks dat de ouders werd verteld dat de donor een witte man was, zonder erfelijke bijzonderheden. Zo werden zowel qua kwaliteit als kwantiteit van het aangeleverde semen de regels genegeerd.

Karbaat-nazaten

Karbaat zou in 2011 aan een donorkind hebben verteld dat hij soms zijn eigen sperma gebruikte om vrouwen te insemineren. Hij weigerde echter DNA af te staan. In de jaren daarna groeide de groep met mogelijke nakomelingen snel. Zo viel soms de sterke uiterlijke overeenkomst met de KI-arts op en/of kon men middels DNA-testen concluderen dat het in veel gevallen ging om halfbroers en halfzussen. In 2017 overleed Jan Karbaat. Datzelfde jaar oordeelde de rechtbank dat donorkinderen met een vermoeden over hun afkomst persoonlijke bezittingen mochten gebruiken voor DNA-verwantschapsonderzoek. Toen meldde zich tevens een wettige zoon zich bij de databank van Fiom. Hij vond dat de donorkinderen het recht hadden te weten wie hun biologische vader was. Van zeker 19 personen kon met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gezegd worden dat hun verwekker Jan Karbaat was. In april 2019 kwamen er daar nog eens 49 bij. En dat alles naast de 11 officiële Karbaatjes die de arts had uit 4 verschillende relaties.

#MeToo

Miriam Guttmann studeerde in 2018 af aan de Filmacademie met de korte documentaire ‘Het Zaad van Karbaat’. Zij sprak met zowel wensmoeders van destijds als met de inmiddels volwassen donorkinderen. Tijdens het maakproces kwamen er bij alle betrokkenen veel emoties en tot dan toe onbekende details naar buiten. De filmmmaakster wist toen dat ze verder moest met dit onderwerp. Want Jan Karbaat sjoemelde niet alleen met zaad, maar deed ook aan seksueel overschrijdend gedrag en intimidatie bij de vrouwen op zijn behandeltafel. Dat alles komt naar voren in de nieuwe, uitgebreide driedelige documentaireserie die vanaf maandag te zien is op NPO.2.

Wensmoeders die zwegen

Het start in deel 1 met de geest van de 70’er jaren, toen Karbaat begon met zijn bevruchtingstechnieken. Met name in religieus Nederland voer voor felle discussies over een toch nog besmuikt onderwerp. Zo noemde de RK Kerk kunstmatige inseminatie een vorm van overspel. Voorts komen de wensmoeders van toen (die veelal geadviseerd werd te zwijgen over de herkomst van hun eventuele kind) aan het woord. Een van hen vertelt hoe Karbaat aan haar borsten zat tijdens de inseminaties. Anderen vertellen over zijn complimentjes over hoe ze erbij lagen en hoe aangenaam hun parfum was. Nog een cliënte vertelt hoe hij haar aanraadde een orgasme te krijgen tijdens de behandeling. Dat zou de bevruchting namelijk bevorderen. Zij vertelt: “Ik dacht wel: ‘wat als ik zwanger word en het is van hem?’ Maar ik zei niks.” Een andere vrouw vertelt hoe Karbaat haar werkelijk probeerde te penetreren, waarna hij, toen ze hem afweerde, klaarkwam op haar buik. Daarna insemineerde hij haar met zijn eigen sperma. Ook deze wensmoeder liet het gebeuren, omdat ze zo graag zwanger wilde worden.

Keeping Up With The Karbastards

In deel 2 komen met name de inmiddels volwassen donorkinderen aan het woord, de ‘halfjes’, de ‘Karbastards’ zoals ze zichzelf wel gekscherend noemen. Je ziet ze elkaar ontmoeten en zijn er gelijkenissen te zien, maar ook te horen in de verhalen. Zo hebben velen werk in de zorg, zijn ze rap van tong en hebben ze opvallende gemeenschappelijke interesses zoals paardrijden en jawel: seksualiteit. Tussendoor komen tevens officiële familieleden van de spermadokter en oud-medewerkers van de kliniek aan het woord. “Karbaat was een narcist”, vertelt zijn nichtje. “Hij zag zichzelf dus als de ideale donor.”

Trofeeën

Tenslotte wordt in deel 3 op zoek gegaan naar de motieven van Karbaat en zijn mede-spermaleveranciers. Louis bijvoorbeeld, de verwekker van 200 kinderen, behept met asperger. Aan 10% van zijn nakomelingen heeft hij een vorm van autisme doorgegeven. Een van Louis’ donorkinderen zegt: “Ik had al gehoord dat hij niet helemaal 100% is.” Een ander, nadat hij vernam 200 halfbroers en -zussen te hebben: “Ik voelde me een labrat, echt doorgefokt.” Louis noemt zichzelf echter ‘een trotse vader’. Hij en nog een andere donor, die anoniem op de rug gefilmd is, blijken hun nazaten als een soort van trofee te zien, wat hen door de biologische kinderen en hun moeders veelal niet in dank wordt afgenomen.

Loyaliteit & Walging

Toen Guttmann aan haar documentaire begon, waren er 19 donorkinderen van Karbaat bekend, inmiddels schommelt het rond de 70. Ook in het buitenland, waar hij sperma verhandelde, duiken ze op. “Een gewiekste zakenman die misbruik maakte van wanhopige vrouwen”, aldus de documentairemaakster in ‘De Volkskrant’.“Maar ook een charmante en bevlogen dokter die mensen heeft geholpen. Het was nog veel complexer dan ik kon vermoeden toen ik aan mijn film begon. Dat heb ik ook terug gehoord in de verhalen van alle donorkinderen. Er zijn er die het totaal hebben omarmd dat ze een Karbaat zijn, die zelfs ‘Karbastard’ op hun bovenarm hebben laten tatoeëren. Ze zijn loyaal aan hem en blij dat ze zijn geboren. Maar er zijn er ook die van hem walgen en zeggen: ‘de vader die me heeft opgevoed, dát is echt mijn vader’.”

De 22-minuten durende docu ‘Het zaad van Karbaat’ (2018), won verscheidene internationale prijzen, waaronder Best Student Documentary op het gerenommeerde Palm Springs International Film Festival, de Jury Award op het National Film Festival For Talented Youth en de VPRO-documentaireprijs. De korte film was te zien op meer dan 20 filmfestivals wereldwijd en werd geselecteerd als een Vimeo Staff Pick. De 3-delige vervolgserie van ‘Het zaad van Karbaat’ werd als enige Nederlandse productie dit jaar en eerste Nederlandse serie ooit geselecteerd voor het prestigieuze Sundance Film Festival, waar ze haar wereldpremiëre beleefde. Op de maandagen 1 maart, 8 maart en 15 maart 2021 te zien om 20:25 uur op NPO2.

Trailer & Beeld ‘typische karbaathanden’: Persdienst VPRO

Geef een reactie