Vrouwen lijken namelijk momenteel meer de kant van mannen om te moeten buigen dan mannen richting vrouwen. Oftewel: de emancipatie komt steeds vaker van maar één kant.
Ik ben geen man met tieten
‘Excusez le mot’, maar dan is het maar even duidelijk. De maatschappij, de politiek, het bedrijfsleven, de overheid en zo meer zijn indertijd allemaal ontworpen en uitgerold door mannen. Als vrouwen willen deelnemen aan alle facetten van de maatschappij, moeten zij zich dus maar aanpassen aan de geldende mores. Zo niet: ‘pech gehad, die vrouwen moesten toch zo nodig!’ Op die manier blijft de wereld masculien en mist diezelfde wereld de vooruitgang, het sur plus van het feminisme.
De naam is Norman
Ik werd een aantal jaren geleden met mijn neus op deze eenzijdige emancipatie gedrukt door notabene een man. Jawel: een witte, hoogopgeleide, cisgender heteroman. Zo eentje met ‘de zeven vinkjes’ zeg maar. “Ik ben nou juist wel eens nieuwsgierig hoe vrouwen het bedrijfsleven en de maatschappij zouden inrichten. Volgens mij krijg je dan pas het beste uit twee werelden.” Dat was zijn letterlijke tekst en die zette me behoorlijk aan het denken. Want mannen zijn nog steeds de norm, we noemen hem ook wel ‘Norman’.
Het schijnfeminisme van Mao
In China leek tijdens de Volksrepubliek onder Mao (jaren 50, 60 en 70) een feministische golf plaats te vinden. De Grote Leider zei immers zelf: “Vrouwen dragen de helft van de hemel.” Mannen en vrouwen moeten compleet gelijk aan elkaar zijn.” Het was echter nep, wat het was de truc waarmee de communistische volksrepubliek kon functioneren. Zo legt sinoloog Manya Koetse uit bij bij De Nieuws BV. Daardoor ontstaat er na de dood van Mao discussie over deze denkwijze. “Mao had het over ijzeren vrouwen: vrouwen op de tractor, de eerste vrouwelijke machinist. (…) iedereen droeg dezelfde kleding, dus er was helemaal geen ruimte voor de verschillen tussen mannen en vrouwen.”
Dan nog liever huisvrouw
Li Xiaojiang, hoogleraar vrouwenstudies in China, twijfelt dan ook aan de eerlijkheid van dit uitgangspunt. Vrouwen waren volgens haar niet zozeer gelijk aan mannen, maar er werd van ze verwacht dat zij ook een beetje man werden. Echter: ze waren thuis wel nog steeds ‘gewoon’ vrouw: ze kregen kinderen en deden bijna alle huistaken. Een echt geëmancipeerde vrouw mag volledig vrouw zijn, volgens Li. Als gevolg van dit nepfeminisme ontstaat er in de jaren ’70 juist een tegenbeweging en willen vrouwen weer ‘alleen huisvrouw’ zijn. De waarheid was natuurlijk dat deze vrouwen compleet uitgeput waren, want het was de tijd waarin veel kinderen gebaard moesten worden. De beruchte bevolkingsexplosie, die pas vanaf de 80’er werd ingedamd met de éénkind-politiek.
Mutsenparadijs
Iets soortgelijks is er in ons eigen moderne westen aan de hand. Vrouwen werken vele malen vaker parttime dan mannen. Daar wordt dan ook daar velen een ‘lekker masculien’ labeltje aan gehangen. ‘Deeltijdprinsesjes’ zijn het, levend in hun ‘mutsenparadijs’. Terwijl er gewoon keiharde cijfers zijn, waaruit duidelijk wordt dat vrouwen gemiddeld meer uren per week buffelen dan mannen. Ze doen minder uren per week betaalde arbeid, maar dat is wat anders. Vrouwen doen tot driemaal zoveel taken als mannen in en rondom (huis)-houden en zijn veel vaker tevens mantelzorger. Zowaar een zware last. Wellicht iets om aan te denken als je het weer eens over ‘zeikwijven’ wilt hebben of ‘ze is zeker ongesteld!’ wilt roepen.
Man met staartje en bakfiets
Nederland denkt dat het in de wereld bekend staat als een geëmancipeerde natie. Dat valt qua beeldvorming en qua werkelijkheid in de praktijk vies tegen. Want ook de huidige generatie gezinsmannen, is ondanks hippe baardjes, staartjes en bakfietsen, voor het overgrote deel nog steeds bezig om vrouwen ’toe te laten in de wereld van de mannen’. In plaats van te bedenken hoe de maatschappij vorm te geven in complete gelijkwaardigheid met de inventiviteit en de kracht van beide seksen en alle genders.
Ik ben liever een jongen
Vorige week las ik de cijfers over transgenders in Nederland. Tot pakembeet een jaar of 10 geleden een marginaal verschijnsel, waarbij hoofdzakelijk mannen een transitie naar vrouw ondergingen. Nu zijn de zaken omgedraaid. Wat zeg ik? Het aantal jonge meisjes dat transgender is en dus liever als jongen c.q. man door het leven wil, is ontploft. Thomas Steensma van het expertisecentrum voor genderdysforie van het Amsterdam UMC meldde vorig jaar in het AD reeds dat er steeds meer aanmeldingen zijn van jongeren (onder de 18 jaar dus) en dat dit veel vaker meisjes zijn dan jongens. Een patroon in de westerse wereld. Er is geen enkele vrouw, geen enkel meisje, dat op een bepaald moment in haar leven niet heeft geroepen ‘Was ik maar een man!’ Nu zo’n transitie ook echt mogelijk is, gebeurt dat dus ook. En het lijkt ‘sociaal besmettelijk’ te zijn. Oftewel: in bepaalde vriendengroepen zijn opvallend veel transgenders. Let wel: meisjes die graag een jongen willen worden. Op middelbare scholen zitten er soms wel 4 of 5 in één klas. En ik vind dat niet zo gek, want het leven met een piemel is nou eenmaal eenvoudiger dan zonder.
De wereld wordt mooier van een regenboog
Echter (en ik zeg dit met enorm veel respect voor al deze meiden, ik heb deze ‘regenboogkinderen’ lief): het zou veel beter zijn dat de maatschappij zich aanpast aan deze behoefte dan het lichaam van deze meiden. Het gaat om een enorm zwaar proces, waarbij de persoon in kwestie de rest van ‘hun’ leven dagelijks enorme hoeveelheden mannelijke hormonen moet blijven slikken en waarbij het lichaam middels een behoorlijk aantal operaties onomkeerbaar wordt veranderd. Ingrepen waarover in de media veel en veel te luchtig wordt gedaan. Over het gelukseffect is vooralsnog niet zoveel bekend. Wel weten we dat transgenders gemiddeld een kortere levensverwachting hebben, vaker depressief zijn en de euforie van het ‘nieuwe lichaam’ vaak van korte duur is.
Als man meer status
Het lijkt op dit moment vooral een sociale behoefte. De Amerikaanse journaliste Abigail Shrier noemt het in haar boek ‘Irreversible Damage’ een ’transgenderrage die onze dochters verleidt’. Ze schrijft onder meer dat uit de kast komen als transgender deze meiden een boost geeft en meer sociale status. De journaliste sprak niet alleen met meisjes, hun ouders, begeleiders en artsen die gendertransities mogelijk maken, maar ook met vrouwen die spijt hebben. Haar conclusie: een hele generatie meisjes loopt gevaar.
Liever de maatschappij aanpassen dan het lichaam
De soep wordt nergens zo heet opgediend als in de USA, maar volgens mij heeft Abigail Shrier wel een punt. Het is natuurlijk te gek voor woorden dat je je lichaam moet aanpassen om daarmee een hoger aanzien en een eventueel gelukkiger bestaan te hebben. Terwijl deze meiden en vrouwen nu juist als zichzelf door dat leven heen zouden moeten dartelen. En evenzo de mannen die liever als vrouw door het leven gaan en/of hun vrouwelijke kanten laten zien. “Ik ben geboren in een verkeerd lichaam” hoor ik ze zeggen. Dat kan helemaal niet. Je kunt je laten opereren, maar je DNA zal altijd uitwijzen wat je geboortegeslacht is. Er is slechts een hele kleine groep mensen die qua X en Y-chromosomen verschilt van XX (vrouw) of XY (man).
Genderfluïde
Dat er vrouwen zijn die zich compleet genderneutraal kleden en dat er mannen zijn die zich opmaken en in jurken hullen, mag toch anno 2022 weleens geaccepteerd worden? Dat dit in veel milieus niet het geval is, toont aan dat mannen nog steeds de dominante sekse zijn en dat mannelijkheid hoger wordt aangeslagen dan vrouwelijkheid. Wat frappant is in dit geval, is dat vrouwen minder moeite hebben met genderfluïde denken dan mannen. Dat zou dan één van de voordelen kunnen zijn van al die transmannen waarmee we de komende jaren geconfronteerd worden.
Geen orgastisch genoegen
Ik hoop dat het een fase is, en dan bedoel ik niet voor de transmensen zelf, maar wel het verschijnsel. Dat vreselijke gesnij in verder gezonde lijven. En dan wordt er met huid van armen en benen een zogenaamde ‘neopenis’ gecreëerd, die middels een pompje dan ook nog een erecte stand kan krijgen. Klaarkomen ho maar. Ik ben echt geen transfoob (ergo: ik heb zelfs een voorkeur voor het androgyne) , maar meiden: denk alsjeblieft nog 100x na! We hebben jullie nodig, juist voor een samenleving die niet uitgaat van de man als norm. Een maatschappij waarin je (althans voor 99% van de mensheid) bepaald wordt door je sekse (geboortegeslacht), maar waarin je je kunt uiten als zijnde welke gender dan ook. Hoewel dat natuurlijk allemaal geconstrueerde rolpatronen zijn. Zo was een lange broek ooit een kledingstuk voor vrouwen en een jurk een mannenoutfit. Roze was een mannenkleur en blauw een vrouwenkleur en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Gelijk(w)aardigheid
Feminisme is kortom niet het veranderen van vrouwen richting mannen. Het is wel gelijkwaardigeid, maar geen gelijkaardigheid. De wereld is nu nog ingericht door en voor mannen. Maar (en nu lijk ik Mark Rutte wel potdikke); we moeten het samen gaan fiksen. Dat we betaalde en onbetaalde arbeid eerlijker gaan verdelen, dat we nu na een zware coronacrisis eens echt opschieten met ‘het nieuwe werken’ (hallo Elon Musk: lees je mee?) en dat er een leefklimaat wordt geschapen waarin de stem van vrouwen net zo hard doorklinkt als die van mannen. Dan moeten vrouwen op hun beurt ook beter van zich laten horen. Ik hoor het u zeggen en ik ben het daarmee eens. Als u denkt dat de wereld vrouwelijk genoeg is, dan raad ik u het boek ‘Onzichtbare Vrouwen’ van de Britse Caroline Criado Perez aan. Ik blijf me voorlopig feministe noemen (mans genoeg hoor), maar hoop de tijd nog mee te maken dat dit niet langer benadrukt hoeft te worden.