Ouderschap vergroot de loonkloof. Het inkomen van vrouwen halveert bijna als ze hun eerste kind hebben gekregen. Bij mannen daalt dit niet, maar gaat het zelfs vaak omhoog. Vrouwen betalen de babyboete. Haar eerste kind kost een moeder in Nederland 46% van haar inkomen in de eerste zeven jaar na de geboorte. Op de vaders heeft het geen noemenswaardig effect. Zo blijkt uit onderzoek naar de inkomens van meer dan een miljoen mensen die tussen 2006 en 2009 ouders werden en waarover het FD bericht. Het verlies in inkomen van vrouwen ten opzichte van dat van mannen na het krijgen van kinderen wordt ook wel de ‘child penalty’ genoemd.

Deeltijd, demotie

De belangrijkste oorzaak van de salariskloof zowel als van ‘de babyboete’ is dat vrouwen minder uren werken, zeker als hun eerste kind is geboren. Nederland heet niet voor niets kampioen deeltijdwerken. Ruim 70% van de vrouwen werkt in deeltijd (35 uur of minder), het laagste gemiddelde aandeel in Europa, volgens harde cijfers van de Oesd. Mannen maken in de leeftijd waarop zij een gezin stichten vaak promotie, vrouwen (soms kiezen ze er zelf voor) vaak zelfs demotie. Daardoor staat bijna de helft van de Nederlandse vrouwen financieel niet op eigen benen. Dat wreekt zich als paren uit elkaar gaan en werkt in negatieve zin door tot in hun pensioen.

Ook per uur verdienen vrouwen minder

Er is tevens een verschil in uurloon. De inkomensdaling van vrouwen begint reeds twee jaar voor de geboorte van een kind, gaat vervolgens in een vrije val naar beneden om na een jaar wat af te vlakken. Er wordt voorbereid op de komst van een baby door ruim tevoren minder uren te gaan werken of over te stappen naar een baan met een lagere verdienste. De salarisachterstand wordt in de jaren daarna ook al niet kleiner. Bij mannen is een minieme daling van de arbeidsparticipatie en gewerkte uren te zien vlak nadat zij vader worden, maar doordat hun uurloon wel stijgt, is het effect op hun inkomen nihil.

Zwangerschapsdiscriminatie

Niet alleen jonge vrouwen zelf, maar ook hun werkgevers anticiperen op zwangerschappen. Ze zien in hen een risico. Als een mannelijke en een vrouwelijke kandidaat beide ‘in de leeftijd van kinderen krijgen zitten’ en even gekwalificeerd zijn voor een promotie en/of vacature , gaat de voorkeur toch uit naar hem. Zwangerschaps- / moederschapsdiscriminatie begint al ver voordat er een positieve predictortest is. Dat concludeert het College voor de Rechten van de Mens uit onderzoek. 

Contract plots foetsie

Bij sollicitaties werd één op de vijf vrouwen afgewezen, bij één op de tien werd erbij gezegd dat het vanwege de zwangerschap was. Bijna de helft van alle vrouwen met een tijdelijk contract kreeg geen verlenging of een vast contract vanwege hun zwangerschap of pasgeboren kind. Ruim eenderde van de vrouwen die een nieuw contract wilde ondertekenen, zag het contract vanwege zwangerschap op het laatste moment aangepast worden of verdwijnen.

Vrouwen zijn te meegaand

Echter: slechts 11% van hen trekt aan de bel over deze misstanden. Vrouwen hebben zelfs de neiging om ook nog begrip te hebben voor een baas of werkgever die ‘hen zo lang moet doorbetalen, terwijl zij niet werken’. Het College voor de Rechten van de Mens wil dat de overheid zo snel mogelijk de wetgeving voor gelijke behandeling naleeft om deze vorm van genderongelijkheid tegen te gaan. Bovendien moet er meer voorlichting voor werkgevers en werknemers komen. Ruim driekwart van de vrouwen verdiept zich niet of nauwelijks in de gevolgen van zwanger zijn in combinatie met hun rechten.

Wel willen

Het CBS berekende vorig jaar dat in 2018 er 8,8 miljoen personen actief waren op de arbeidsmarkt. Ruim 4% daarvan werkte deeltijds in hun grootste werkkring en wilde graag meer uren. Deze zogenoemde onderbenutte deeltijdwerkers maken gemiddeld 18 uur per week en willen er 12 uur meer. Ruim vier op de tien hadden een flexibele arbeidsrelatie vier op de tien een vaste. Een op de vijf werkte als zelfstandige en wilde ook graag meer uren.

Geef een reactie