De aardgas-ravage in Groningen en Drenthe, de toeslagenaffaire, de uit huis geplaatste (gestolen) kinderen, de woningnood, de boeren versus milieu-oorlog, de Ter Apel-crisis. Moet ik nog even doorgaan? Er is feitelijk één heel groot probleem en die heet: de ambtenarencrisis.
“Kein Mensch hat das Recht zu gehorchen” zei filosofe Hannah Arendt ruim een halve eeuw terug. “Je hebt niet het recht om te zeggen: ‘opdracht is opdracht’. Je kunt je niet verschuilen achter de wet die je zou moeten uitvoeren. Je hebt de morele plicht om je verstand te gebruiken. Je bent een volwaardig mens.”
De hoge wal van regels en protocollen
Deze wijze les van Arendt uit 1964 zou het credo van alle mensen die overheidsbeleid uitvoeren moeten zijn, vindt Ellen Boleij, die in de jaren ’90 juridisch beleidsmedewerker was bij de gemeente Nijmegen en daarna tot haar pensionering leiding gaf bij de IND. Ze promoveerde in 2018 aan de Radboud Universiteit op haar boek ‘Een draad in het weefsel. Overheidsbeleid uitvoeren met Hannah Arendt’. Over de ambtenarij anno nu zegt zij: “We hebben ons teruggetrokken achter een wal van regels, maar de menselijke maat in de uitvoering is daarmee uit beeld verdwenen. Na een misstap verdwijnt de menselijke maat weer verder uit beeld, want wat gebeurt er? De regels worden aangescherpt en er komen protocollen bij. De ideeën van Hannah Arendt over een goede overheid slaan een brug tussen die wereld van regels en de leefwereld van mensen en brengen de menselijke maat terug.”
“Voor jou zal er geen VUT zijn”
Met name de afgelopen weken dacht ik vaak aan Hannah Arendt. Haar opvattingen zijn actueler dan ooit sinds WO II: ambtenaren, gebruik je verstand, verschuil je niet achter een collega of andere afdeling en gooi je hart niet op slot! Terwijl ik notabene een dochter ben van een ambtenaar. Als er vroeger weer eens gemopperd werd op de blauwe enveloppen, antwoordde ik met een knipoog: “Jongens rustig, ik eet ervan!” Mijn vader kon in de 80’er jaren, mede dankzij zijn inspanningen voor de wederopbouw van Nederland en zijn trouw aan het ministerie van Financiën, ‘met de VUT’. (Vervroegde Uittreding & Prepensioen) Tijdens zijn afscheidsreceptie zei hij al tegen mij: “Dat zit er voor jullie straks niet meer!” Maar ik bromde natuurlijk iets van: “Ja hoor, boeiend, het zal wel!”
“Zijn ze gek geworden daar in Den Haag?”
Hij zag als man tussen twee tijdperken in tevens het gevaar van de digitale overheid. Als alleen tabellen en geen mensen met hart, hoofd en handen dit gingen regelen, zo vreesde hij, dan kon het voor bepaalde bevolkingsgroepen weleens heel nadelig zijn. Niet dat hij een hekel had aan technologische vooruitgang. Ergo: na zijn pensionering sloeg hij aan het ‘computeren’ en met de komst van de GSM schafte hij zich ‘een mobieltje’ aan. Maar toen mijn vader zelf boven de 80 was en allerlei aanvragen voor mijn moeder deed, die gebruik moest maken van diverse hulpmiddelen en -instanties, riep hij: “Zijn ze gek geworden in Den Haag? Eerst moet ik belastingformulieren invullen, dan bijbetalen, dan weer andere formulieren invullen om weer wat terug te krijgen. En ik heb er nog verstand van, hoe moet dat dan met gewone mensen?” Dat is nu zo’n 15 jaar geleden en ik moet nog vaak denken aan deze (vooruitziende) visie van ‘mijn ouweheer’.
De banaliteit van het kwaad
Er moet in dit tijdsgewricht van regels en protocollen een brug worden geslagen, omdat het aanvaarden van overheidsbeleid onder druk staat en de kloof met de burger alsmaar groter wordt, vindt ook Ellen Boleij. “Die teloorgang is denk ik te wijten aan het feit dat we zijn gefixeerd op management en regelgeving; de uitvoering en de uitvoerders zijn ondergeschikt. Het bestuur is verantwoordelijk en als uitvoerder doe je wat je wordt opgedragen.” En dat is exact wat Hannah Arendt zag tijdens (ja, het is een harde vergelijking) de Tweede wereldoorlog en de Holocaust. “Het grootste kwaad in de wereld is het kwaad dat gepleegd wordt door nobody’s. Door mensen zonder motieven, zonder overtuigingen, zonder een kwaadaardig hart. Door mensen die weigeren individuen te zijn.” In Jeruzalem startte op 11 april 1961 het Eichmannproces, dat Arendt als journaliste ter plekke nauwgezet volgde. Als student las ik ‘De banaliteit van het kwaad’: het waren Arendts verslag en uitleg van het beroemde proces en het maakte een onuitwisbare indruk op me.
Onderontwikkelde empathie en overdosis gehoorzaamheid
In de meeste berichtgeving daarover (toen voornamelijk gedrukte pers) werd Eichmann als een monster gepresenteerd. Hij bevond zich tijdens de zittingen dan ook in een ‘kooi’ van kogelvrij glas. Hannah Arendt zag echter een zeer gemiddelde man, ‘onbeduidend’ zelfs. De gruwelijkheden (het kwaad, de uitvoering van een genocide) waar hij voor ter dood werd veroordeeld, kwamen niet voort uit een verdorven hart, maar uit een slecht ontwikkeld empathisch vermogen en een overdosis aan ambtelijke gehoorzaamheid. Een dodelijke combinatie. Haar opvatting was destijds behoorlijk omstreden, maar gaande de tijd krijgt zij meer en meer gelijk.
Vladimir De Verschrikkelijke
Als Poetin geen ja-knikkende ambtenaren om zich heen had gehad, had hij nimmer de wetten zo kunnen veranderen dat hij tot 2036 (!!) staatshoofd kan blijven en hij en zijn familie ook na die tijd onaantastbaar blijven. Waarschijnlijk ging het papier met de wetswijziging van bureau tot bureau en wilde niemand zijn handen eraan branden. De druk op de hoge Russische ambtenaren was groot, zij wisten inmiddels reeds waartoe ‘deze KGB-tijger’ in staat was. De enorme gevolgen van ‘braaf doen wat je gezegd wordt’ en van ‘iedereen is voor een klein stukje van het gruwelijke geheel verantwoordelijk’ zijn momenteel dagelijks voorpaginanieuws.
Bureaucratie & digitalisering
De Holocaust kon volgens Hannah Arendt namelijk alleen geschieden vanwege een verregaande bureaucratisering van het naziregime, waarin ieder radertje slechts verantwoordelijk was voor ‘een deel van het geheel’. Allemaal ijverige ambtenaren die zelf het idee hadden dat hun beslissingen niet of nauwelijks gewicht in de schaal legden, vormden in werkelijkheid samen een nietsontziende moordmachine. Inmiddels zijn we in de 21ste eeuw een nog gevaarlijker kant opgegaan. Heel veel ambtenarij (heel veel radertjes dus) is vervangen door computers met keiharde (weliswaar door mensen ingevoerde) tabellen. Nog makkelijker om je achter te verschuilen dan achter een collega.Val je er net voor €0,02 buiten? Pech gehad! En de computer spuugt uit dat het kinderdagverblijf waar jij jouw kinderen hebt ondergebracht, zich niet aan alle regels heeft gehouden? Hup, terugbetalen en wel nu! Afijn, het drama van de uithuis geplaatste kinderen is een direct gevolg van het drama van de kinderopvangtoeslagen. Dat weten we inmiddels, maar de digitale tabellen van de Rijksoverheid legden deze verbanden niet. De menselijke maat was door de ambtenaren voor thuis gereserveerd.
Het regent op vluchtelingen
Wie kon zijn ogen droog houden bij het zien van de slapende (nou, niet echt) vluchtelingen in de regen van Ter Apel? Met computeradministratie zou je juist verwachten dat er wel ergens een (rood) lampje moest zijn gaan branden op één of andere werktafel om op tijd aan de bel te trekken. Hoogstwaarschijnlijk is er wel zo iemand geweest en die stuurde dan een mailtje naar een gemeente-ambtenaar, die weer naar een provincie-ambtenaar en die ging even met vakantie, maar daarna zond hij (m/v/x) het dan toch door naar Den Haag, waar ze ongelooflijk druk bezig waren met formeren, baantjes jagen en andere ‘binnen- en buitenbrandjes blussen’.
En maar turen op dat beeldscherm
Geheel op z’n Hannah Arendts: wie is hier verantwoordelijk? Of: welke ambtenaar durft de schuld op zich te nemen? Doorschuiven van bureau naar bureau, zodat ze allemaal slechts verantwoordelijk zijn voor een klein deel van dat kwalijke asielbeleid, om deze ene crisis van de vele nog maar eens te noemen. Ik vraag me zelfs af of er wel één Haagse ministeriewerker is afgereisd naar het Groningse land om zelf poolshoogte te nemen. Ja een minister voor een ‘showbezoekje’, maar voor de rest tuurt iedereen weer verder op zijn scherm. En ondertussen wordt de ramp groter. Andere boze tongen beweren zelfs dat dit expres gebeurt. ‘Ter Apel is het voorportaal van de Nederlandse politiek’ schreef iemand mij afgelopen week. Zou best kunnen, we hadden ook die 1675 ‘staatsontvoeringen’ niet in de gaten.
De ontmenselijking
Zelfstandig denken en oordelen en je verantwoordelijkheid nemen staan centraal in de filosofie van Hannah Arendt. Precies wat mensen die overheidsbeleid uitvoeren ter harte zouden moeten nemen. Ellen Boleij daarover: “Wanneer je als medewerker in je functie gescheiden bent van je persoon, dan ben je een radertje in een machine. Je moet instaan voor je werk en de beslissingen die je neemt. Scheiding tussen persoon en functie ontmenselijkt. Het is onbestaanbaar dat iemand die voor de publieke zaak werkt om 5 uur de computer uitzet en verzucht: ‘hè, hè, en nou word ik weer mens’.” Hannah Arendt verlangt volgens Boleij dat de uitvoerder in een bureaucratie volledig mens is. “Er is geen sprake van gehoorzamen of van het uitvoeren van bevelen of opdrachten. Gehoorzamen strookt niet met het uitgangspunt van Arendt dat ieder mens steeds opnieuw vrij is om een keuze te maken. Mensen die overheidsbeleid uitvoeren mogen zich niet gedragen als een machine.”
Hart en hersenen worden uitgezet
Arre Zuurmond is de oud-ombudsman van Amsterdam en sinds begin dit jaar Regeringscommissaris Informatiehuishouding van de Nederlandse overheid. Hij signaleerde het probleem jaren geleden reeds. In een interview zei hij: “Ik heb vaak het gevoel dat ambtenaren als ze op kantoor komen bij de ingang hun hart en hersenen afleggen en dan meedraaien in een systeem en gedachteloos hun werk doen, zonder erbij stil te staan wat ze aan het doen zijn, waarom en of dat het goede is.” Uiteraard wensen we Arre Zuurmond alle succes in zijn nieuwe functie. En dat zeg ik zonder enige ironie, want daarvoor zijn de problemen veel te groot.
De computer mag niet het laatste woord hebben
Regels kunnen de menselijke maat flink in de weg zitten. Boleij: “Beginselen van behoorlijk bestuur worden soms tot een procedure-aangelegenheid binnen een bureaucratische organisatie, terwijl een uitvoerder gewoon de telefoon moet kunnen pakken om een burger te vertellen dat hij of zij het aanvraagformulier verkeerd heeft ingevuld. Dat kan niet binnen de organisatie passen en dan wordt een verkeerd ingevulde aanvraag afgewezen. Dan gaan we af op ‘the computer says no’ . Zo moeten we niet te werk gaan. De computer heeft niet het laatste woord.” Door verantwoordelijkheid te nemen en ons niet te verschuilen achter protocollen en logaritmes, weven we volgens Ellen Boleij een ‘draad in het weefsel’ van menselijke relaties en brengen we de menselijke maat bij het overheidsloket terug. Het is niet voor niets de titel van haar boek en klinkt al beter dan ‘de raderen van de machine’.
Lees het en je weet het
Zowel de boeken van Hannah Arendt als van Ellen Boleij zouden verplichte leeskost moeten zijn. Van Rutte en ‘zijn’ ministers tot alles wat er bij- en onderhangt tot aan de burgerloketten (met de nadruk op burger) van de gemeente aan toe. Ik kan me niet heugen dat er zo’n wantrouwen was van Nederlanders ten opzichte van de politiek en het beleid. Toen ik als 17-jarig pupje in het eerste jaar van de Pabo zat leerde ik dat goede pedagoog een kind leert de juiste balans te vinden tussen zijn hoofd, hart en handen. Die balans ligt voor iedereen anders, maar mag nooit 1 van de 3 uitsluiten. Ik ga die oude studiemap nu ergens onder het stof vandaan trekken.