“ , .“

Veel vrouwenbladen en andere op mijn gender gerichte media zetten ons ♀♀ graag neer als eeuwig over ons uiterlijk tobbende wezens, die eerst iets levensveranderends (zoals een rotziekte, dood van een geliefde of andere narigheden) moeten meemaken, om dan te ontdekken dat het echte pure leven niet zit in gelakte nageltjes en designerjurkjes.

Poe poe, nou nou. En nu het echte nieuws zeg. Na veel commentaren dat ik kritiek gaf op de Barbie-film zonder voldoende kennis, ben ik zelf gaan kijken. En nee, mijn mondhoeken gingen er niet van omhoog. Een kleine 2 uur durende bezoeking.

Vrouwen eerst afbeelden als met hun eeuwig schommelende hormonen levende tweebenigen inclusief hun oppervlakkige wensen en verlangens, die dan de ogen worden geopend voor het echte leven: voila de echte wereld. Zowel de plastic Barbie als de zogenaamde real life Barbie bestaan uit geklonterde stereotypen. Instant-feminisme uit een pakje van de amerikaanse supermarkt. Met heel veel E-nummers. Als je het maar vaak genoeg eet, weet je niet meer hoe echte producten smaken en raak je eraan gewend.

Daarbij is feminisme geen strijd tussen mannen en vrouwen, maar veel meer een gemeenschappelijk belang. Deze simplificatie stuit me nog het meest tegen de borst(en). Het gecreëerde sentiment. Het deed me erg denken aan de valse boodschap van body-positivity en de (inmiddels opgedoekte) Pink Ribbon-parties. Kijk ons in onze roze jurkjes ons eens druk maken om de echte problemen in de wereld. Soms dragen we zelfs Birkenstocks.

Tijdens een vergadering over een non-profit editie van een niet nader te noemen tijdschrift, stelde ik ooit voor om het geld van de winst over te maken aan een instelling die zich inzet tegen meisjes- en vrouwenbesnijdenissen: Desert Flower Foundation. Dat vonden de aanwezige hoofdstedelijke en Gooische ladies maar een ongemakkelijk onderwerp. Snijden in de vag*na. Dat klinkt immers zo naar (tsja) en misschien is het wel een belediging voor de moslima’s die het blad ook lezen.

Er ontsnapten wat vloekjes aan mijn lippen, maar ik trok aan het kortste eind. Het goede doel werd Pink Ribbon, een charitasclub die destijds geld ophaalde voor onderzoeken naar borstkankers, middels suikerzoete, roze-gerande diners en gala’s met allerlei glamoureus genoeg bevonden volk. Uiteindelijk bleek de ngo zelf er weinig aan over te houden en was er tevens nog sprake van valse informatie aan de donateurs. Veel gekir, weinig wol, club opgedoekt.

Dan moet ik van de Barbiemarketeers het ook nog eens als aanbeveling zien dat misogyne types van het niveau Andrew Tate de film verfoeien. Voorts dat er getrouwde vrouwen zijn, die het licht zagen in de bioscoopzaal. Ze kwamen erachter dan zij thuis geen Ryan Gosling hebben zitten en hopla: meneertje mag wieberen. Powervrouwen, haha.

Ik zeg: echte mannen vinden Barbie een belediging voor echte vrouwen. Een roze, Amerikaans suikergoedlaagje om een flinterdun (niet eens feministisch) boodschapje te brengen. Dat vrouwen het überhaupt leuk vinden om naar gedebiliseerde versies van zichzelf te kijken.

Er was ook nog iemand die mij omstandig trachtte uit te leggen dat ik niet begreep dat dit alles CAMP is, de cultuuruiting uit met name de jaren 90, die expres werkt met kitscherige elementen. Een manier waarmee low culture-uitingen door liefhebbers van high-culture worden omarmd. Maar dat werkt alleen met een flinke dosis zelfspot. Kortom: als de makers van Barbie de rollen hadden laten vertolken door dragqueens, zou het misschien gelukt kunnen zijn.

Een dezer dagen zal ik een lijstje publiceren van films door vrouwelijke regisseurs die een echte krachtige boodschap hebben. Het succes van dit Barbiesp(r)ookje is overigens wel Hollywoodwaardig. De marketing is premier league. Mattel heeft uitermate goed gekeken naar de reclame-uitingen van Mac Donalds en CocaCola. En laat ik daar nou ook altijd met een grote boog omheen lopen.

Ik doe dus als onbescheiden wijf even een bescheiden roze kotsje!