De Joodse auteur Etty Hillesum kreeg afgelopen vrijdag 77 jaar nadat ze vergast werd in Auschwitz dan toch eindelijk haar struikelsteen. Voor het huis aan de Gabriël Metsustraat 6 in Amsterdam. Stolpersteinen zijn vierkante gedenksteentjes van messing waarop de naam, geboortedatum en sterfdatum met plaats van overlijden zijn gebeiteld. Ze liggen voor het laatste woonhuis van mensen die nooit terugkwamen uit concentratiekampen, of anderszins geëxecuteerd zijn.

Anne en Etty

Beiden waren joods en schreven oorlogsdagboeken. Maar dat de naam Etty Hillesum veel minder tot de verbeelding spreekt dan de naam van Anne Frank, heeft er o.a. mee te maken dat haar dagboeken en brieven pas in de 80’er jaren werden gepubliceerd. Voorts was Etty al een jonge vrouw tijdens de Tweede Wereldoorlog en leidde ze bepaald geen ‘middelmatig’ leven. Zowel haar denken als doen waren onconventioneel en zij overschreed daarmee de toenmalige mores. De laatste decennia wordt gelukkig wel veel over Etty Hillesum en haar dagboeken gesproken en geschreven.

Wie was Etty? (1914-1943)

De vader van Etty was docent klassieke talen en nam nog al eens nieuwe standplaatsen aan. Zo woonde het gezin respectievelijk in Middelburg, Hilversum, Tiel, Winschoten en Deventer. Na de lagere school ging Etty naar het gymnasium in Deventer, waar haar vader conrector was. Etty kreeg tijdens haar jeugd weinig van het geloof mee. De familie liet zich in 1937 uitschrijven als lid van de joodse gemeente. Etty had 2 broers: Mischa, een begaafd pianist en Jaap, die arts was. Vader Hillesum werd in 1940 door de Duitse bezetters in het kader van de anti-Joodse maatregelen ontslagen, maar toen was Etty al naar Amsterdam verhuisd.

Amsterdam

Daar was zij in 1932 begonnen aan een rechtenstudie, gevolgd door een studie Slavische talen, waar ze ook les in ging geven. In 1941 ontmoet Etty de 54-jarige uit Duitsland gevluchte ex-bankier Julius Spier. Hij werkt als psychotherapeut en handlijnkundige. Studenten die cursussen bij hem volgen nemen hun vrienden mee die dan als ‘lesmateriaal’ fungeren. De ontmoeting met Julius is beslissend voor de rest van het leven van Etty. Ze is meteen gecharmeerd van zijn persoonlijkheid en besluit in therapie te gaan bij hem. Hoewel hij een verloofde heeft die in Engeland op hem wacht en zij een relatie onderhoudt met Hans Wegerif, worden Etty & Julius minnaars. Op zijn advies begint Etty op 9 maart 1941 met een dagboek met als doel inzicht te krijgen in haar persoonlijke geschiedenis en ontwikkeling. Ze beschrijft uitgebreid haar gevoelens en gedachten, maar ook alledaagse belevenissen. Meer en meer gaan daarin de Jodenvervolging en WOII een rol spelen.

Westerbork

In juli 1942 krijgt Etty een baan als administratief medewerkster bij de Joodse Raad, de organisatie die in opdracht van de Duitsers de joodse gemeenschap in Nederland moest besturen. Ze gaat o.a. werken op de afdeling ‘Sociale Verzorging Doortrekkenden’. Omdat de medewerkers van de raad zelf joods moesten zijn, voelt ze zich in eerste instantie zeker bij deze baan. In het kamp, dat ze in haar dagboek als ‘de hel’ omschrijft, probeert ze haar joodse lotgenoten die wachten op transport naar Polen te ondersteunen.

Deportatie

In augustus 1942 moet Etty zelf verplicht verhuizen naar dit deportatiekamp. Doordat haar uitzonderingsbewijs nog geldig is, reist zij ze nog een aantal malen naar Amsterdam. Vanuit zowel Amsterdam als Westerbork beschrijft ze haar ervaringen in tientallen brieven. In 1943 worden 2 daarvan illegaal uitgegeven onder de express misleidende titel ‘Drie brieven van den kunstschilder Johannes Baptiste van der Pluym (1843-1912)’. Etty besluit niet onder te duiken en in juli 1943 verliest ze haar uitzonderingspositie, waardoor ze ‘gewoon’ kampbewoonster wordt. Op 7 september 1943 wordt ze met familie door de nazi’s gedeporteerd naar concentratiekamp Auschwitz, waar ze op 30 november 1943 op 29-jarige leeftijd haar einde vindt. Haar ouders en broers overleven de Holocaust ook niet.

Publicatie

Voor haar definitieve vertrek naar Westerbork had Etty haar dagboeken aan huisgenote Maria Tuinzing gegeven. Etty vroeg haar om ze aan de schrijver Klaas Smelik te geven met het verzoek ze te publiceren, mocht ze het niet overleven. Dochter Jopie Smelik typt (als blijkt dat de familie Hillesum niet terugkeert) in 1946 delen van de dagboeken over, maar Klaas Smeliks pogingen om ze gepubliceerd te krijgen blijken vruchteloos. In de jaren ’80 wordt Etty’s werk dan toch eindelijk publiekelijk. Uitgeverij Balans durft het wel aan met in 1981 ‘Het verstoorde leven: Dagboek van Etty Hillesum 1941-1943’ en in 1984 ‘In duizend zoete armen: Nieuwe dagboekaantekeningen van Etty Hillesum’.

Succes

In de brieven staan de anti-Joodse maatregelen en het leven in Westerbork centraal, haar dagboeken vormen een uitvoerige beschrijving van de ontwikkeling van haar eigen persoonlijkheid. Ik ben op het moment van publicatie van dezelfde leeftijd als Etty toen zij schreef. Het viel me vooral op dat haar woorden helemaal niet ouderwets klonken en dat het dezelfde onderwerpen bevat als waar ik mee bezig was in die fase van mijn leven. Die ‘universele thematiek’ geldt, denk ik, tot op de dag van vandaag. De uitgaves worden bestsellers en in veel landen vertaald, tot aan Japan en de VS toe.

Biografie

Judith Koelemeijer, bekend van onder meer ‘Het zwijgen van Maria Zachea’ en ‘Hemelvaart’, is druk bezig met de langverwachte biografie van Etty Hillesum. “Het is een megaklus”, aldus de biografe. “Etty leefde een kort maar rijk leven. Elk spoortje kost veel tijd om uit te zoeken. Er bestaat natuurlijk veel secundaire literatuur over Etty, maar ik ben ook steeds op zoek naar nieuw materiaal.”

Israel

De meeste kinderen van oude vrienden van Etty heeft Judith teruggevonden en ze is soms verbaasd over hoeveel zij nog weten of bezitten aan documenten of correspondentie. “Ik ben bijvoorbeeld net naar Israël geweest. Daar heb ik de dochters van Liesl & Werner Levie opgezocht. Etty kwam in de oorlog veel bij hen thuis. Vooral de oudste kon zich nog belangrijke zaken herinneren. Over Etty, over haar ouders, het huis waar zij woonden, het bezette Amsterdam en hun eigen deportatie. Uit de dagboeken kennen we Etty’s verhaal over de Levies. Maar de Levies hebben natuurlijk ook een verhaal over zichzelf en over Etty.”

Eureka

Tijdens haar speurwerk deed Judith alvast een bijzondere ontdekking in 2016. Zij vond in de Verenigde Staten een volledig typoscript van de beroemde brief die Etty Hillesum in augustus 1943 vanuit kamp Westerbork verzond. Die bleek in de nalatenschap van Leonie Snatager te zitten, ook een vriendin van Etty, die na de oorlog emigreerde. Tot dan toe was alleen een gedeeltelijk typoscript bekend.

Promotiestudie

Lotte Bergen is directeur van het Etty Hillesum Onderzoekscentrum in Middelburg. Zij is de auteur (2012) van de biografie over Albert Konrad Gemmeker, de commandant van Kamp Westerbork en legt momenteel de laatste hand aan een proefschrift met betrekking tot Etty Hillesum. Een van haar eerste daden als directeur van het EHOC is de aankoop van het geboortehuis van Etty in Middelburg. Zij hoopt daarvoor financiële begunstigers te vinden. Belangrijk voor Middelburg, schrijft ze in een gastcolumn in het Nieuw Israëlietisch Weekblad: “Dit is een unieke kans Etty’s gedachtegoed voor een breed publiek toegankelijk en tastbaar te maken. In de vorm van een museum.”

December 2018

Recent werd bekend dat Etty Hillesum hielp enkele kinderen te laten ontsnappen uit Kamp Westerbork, zo heeft literatuurwetenschapper Bettine Siertsema achterhaald. Dat blijkt uit de memoires van de joodse verzetsheld Ies Spetter. Hij schrijft daarover: “Samen met een vriendin Mr. Hillesum slaagde ik erin enkele kinderen uit het kamp te smokkelen.” Bettine vond de documenten in het archief van het NIOD. De kinderen werden in een ambulance gezet waarmee zieken naar het ziekenhuis in Groningen werden gebracht. Etty weigerde aanvankelijk onder te duiken, omdat ze ‘het lot van haar volk wilde delen’, en weigerde tevens de Duitsers te haten. Dat maakte haar altijd omstreden in Joodse kringen. Maar volgens Bettine Siertsema zette ze die ideeën in Westerbork overboord toen ze inzag wat er gebeurde met de mensen die uit dat kamp werden weggevoerd. “Aan het lot dat zij voor zichzelf aanvaard had, liet zij deze kinderen ontsnappen,” aldus Bettine in TROUW.

Inspiratie

En zo blijft een eeuw na haar geboorte Etty Hillesum nog altijd een inspiratiebron voor vrouwen én mannen. Er werden reeds schilderijen, muziekstukken en theatervoorstellingen gecreëerd, gebaseerd op haar oeuvre. Actrice Julika Marijn speelt sinds 2003 ‘Denkend Hart’, gebaseerd op de dagboeken van Etty Hillesum (zie filmpje hieronder) en Ton Jorna is docent aan de Universiteit voor Humanistiek. Beiden zien ze Etty als hun inspiratiebron. In hun gezamelijke boek ‘Altijd Etty’ spiegelen zij zich aan haar en gaan zij in op haar thema’s, zoals liefde, kunst, geboorte en dood, dader en slachtoffer, ‘de moed tot zichzelf’, lijden en God. Ze gaan tevens in gesprek met anderen die door Etty’s werk zijn bezield: Jean-Jacques Suurmond, Christianne Stotijn, Marjoleine de Vos, Geertje Couwenbergh, Beatrijs Smulders, Chaja Kruijssen, Frank Agricola en Annette van Dijk.

Geef een reactie