Allemaal samen thuis zitten tijdens een lockdown. Een verschijnsel dat we nog nimmer meemaakten. ‘Samen uit, samen thuis’. Oftewel: samen zorgen dat het huishouden met al die beeldschermen, thuislunches en meer vaat en vuil dan anders, met elkaar snel weer aan kant is. Zou je denken. Maar gedurende de coronacrisis is de taakverdeling er niet geëmancipeerder op geworden.
Vanaf 1970 veranderde er qua gezinsleven veel. Meer vrouwen gingen werken, meer mannen namen zorgtaken voor kinderen op zich en deden tevens hun aandeel in huis-, tuin- en keukenarbeid. Uit onderzoek van vóór de crisis was bekend dat 6 op de 10 Nederlanders een gelijke genderverdeling van werk– en zorgtaken tussen mannen en vrouwen nastreefden.
Economische keuze
Maar de alledaagse praktijk is anders. Van de meeste stellen verdient de man nog steeds meer dan de vrouw. Dan komen er kinderen en is de keus wie er minder gaat werken, gauw gemaakt: het is een economische keus, legt familiesociologe Katia Begall uit in TROUW. “Wie het meeste geld binnenbrengt, blijft meer werken, ook bij stellen die de zorgtaken het liefst gelijk verdelen. Als dat er eenmaal insluipt, dan slijt het in. Dan wordt moeder handiger in thuistaken en gaat vader meer verdienen.”
Stress en relatieperikelen
Internationaal onderzoek tijdens de eerste lockdown waar Begall en haar team van de Radboud Universiteit Nijmegen aan meewerkten, toont aan dat vrouwen met een gezin het zwaar hebben. Zij lopen het meeste risico op mentale klachten wanneer zij te maken hebben met relatieproblemen, veel stress door de coronamaatregelen of veranderingen in hun werk.
Onbalans
Voor het onderzoek werden stellen vergeleken waarvan de man tijdens de eerste lockdown, buitenshuis bleef werken met paren waarbij de man in die periode zijn werk vanuit huis deed. Je zou verwachten dat die laatste groep een evenwichtiger taakverdeling zouden krijgen. Helaas is dit niet het geval. Bij gezinnen waarin de mannen thuiswerkten en hun partners buitenshuis, is dat het duidelijkst. De onderzoekster houdt rekening met twee scenario’s. Namelijk ofwel de mannen hebben het geprobeerd, maar vonden de zorgtaken maar niks, ofwel het is nauwelijks geprobeerd, de kinderen werden naar de noodopvang gestuurd en het aloude idee dat huishouden en kinderen beter af zijn bij vrouwen werd bevestigd.
De zorgkloof
Vaders zijn thuis wel meer voor de kinderen gaan zorgen, maar vrouwen nog veel meer. De kloof is tijdens het afgelopen jaar gegroeid. Thuisonderwijs aan kinderen werd met name een vrouwentaak, net als het huishouden. En het gekibbel over die taakverdeling nam daardoor ook toe. Hoogopgeleide moeders in Nederland zijn daarbij extra kwetsbaar, omdat online thuiswerken met kinderen in combinatie met verantwoordelijkheden veeleisend is, merkt mede-onderzoeker Madelon Hendricx-Riem op in De Gelderlander.Zij noemt ook het wegvallen van de extra handen en aandacht van grootouders als medeveroorzaker van het feit dat vrouwen met een gezin extra belast zijn.
Terug naar traditioneel?
Het onderzoek legde respondenten voor en na de eerste lockdown ook de volgende vraag voor: namelijk ‘zijn vrouwen geschikter om voor kleine kinderen te zorgen dan mannen?’ De opvattingen blijken over de hele linie wat richting de ouderwetse genderverdelingen opgeschoven, 100 jaar van feminisme ten spijt. Mijns inziens zijn veel vrouwen het beu om te mauwen over ongelijkheid in zorgtaken en dat ze daarom hun mond maar houden of zich bij de situatie neerleggen. Je zou voorts kunnen denken dat crises mensen doen teruggrijpen op oudere tradities, maar dat blijkt niet in dit geval van coronatijd. Begall: “We hebben namelijk ook gekeken of ze over andere thema’s behoudender zijn gaan denken. We meten standaard anti-moslim-attitudes, als een graadmeter van tolerantie. En daar zie je dat we juist verdraagzamer zijn geworden. Ook die thuiswerkende mannen.”
Beeld: Pixabay