Ooit trouwde ik. Jawel mensen: de liefde! De man was aardig, het huwelijk eveneens, maar niks voor mij. Het waren de jaren tachtig en ik hield mijn eigen achternaam aan. Wat een gezeik werd dat!

Allerlei collega’s en kennissen vonden het ‘leuk’ om mij ondanks mijn uitgesproken opvatting, toch aan te spreken met de achternaam van mijn toenmalige echtgenoot. Ik moest tot 3x terug naar het stadhuis omdat de eerste ambtenaar mij, tegen mijn uitdrukkelijke wens in, toch een dubbele achternaam had gegeven, de tweede ambtenaar het in zijn harses haalde om na Kuchler het achtervoegsel ‘echtgenote van Piet Bakker’ (niet zijn echte naam, dat doe ik hem niet aan) te poten en pas toen ik als een echte furie tekeer ging op de Wageningse burelen, ik binnen 24 uur een paspoort ontving waarin ik heel gewoon J.D. Kuchler genoemd werd.

40 jaar later, wat een kater

Wat schetst mijn uiterste verbazing anno 2021, zo’n 40 jaar na boven beschreven voorvallen? 74% van de vrouwen van nu voert de achternaam van haar partner. Driekwart! Andersom gebeurt dat slechts in 1,1 % van de gevallen. Zulks blijkt uit recent onderzoek van LINDA (de Mol, haha houdt haar eigen achternaam). Een magere 16 % houdt vast aan louter haar eigen naam en 3,6 % van de getrouwde vrouwen gaat voor de dubbele naam. Hilarische combinatie daarvan vindt u overigens in dit lijstje.

Meisjesnaam, man’s naam, meisjesnaam, andere man zijn naam

Als argument, zo leerde mij onderzoek in de eigen omgeving, wordt daarbij aangevoerd dat wanneer er een gezin gesticht wordt, het toch wel prettig is om één familienaam te voeren. Nu mondt 1 op de 3 huwelijken uit in een echtscheiding en dan begint het gelazer opnieuw. Zo had ik in diezelfde 80’er jaren een vriendinnetje die mij prees om mijn vasthoudendheid. Zij had immers na het trouwen met ‘haar grote liefde’ er jarenlang over gedaan om te wennen aan haar nieuwe achternaam Bergman. Eigenlijk was het haar nooit echt goed bekomen en toen ze er eindelijk aan gewend was (ah, u voelt em al) werd ze geconfronteerd met het grootste cliché van de de wereld: meneer Bergman ging er van de ene op de andere dag vandoor met zijn secretaresse, die werd de nieuwe mevrouw Bergman en de ex-mevrouw Bergman werd na 15 jaar gestoethaspel opnieuw mevrouw Winterdijk.

Tuttemerol

De traditie dat vrouwen de achternaam van hun man aannemen is één van de hardnekkigste rolpatronen in de westerse cultuur. Waarom kiezen zo weinigen ervoor om deze traditie te doorbreken en zichzelf te blijven? Uit onderzoek van The University of Nevada blijkt dat er een verband bestaat tussen tradities in heteroseksuele romantische relaties en machtsstructuren ten gunste van mannen. Uit geïnventariseerde, verzamelde studies wereldwijd, komt ook al naar voren dat vrouwen die van deze traditie afwijken, als assertiever en ambitieuzer worden ervaren. Ja stel je voor zeg, dat je als heterovrouw voor feministe wordt versleten. En nee: dit artikel is geen wedstrijdje ‘woke, woker, wookst’, maar gaat gewoon over je verstand blijven gebruiken. Verliefdheid is een tijdelijke (en prettige) staat van niet-toerekeningsvatbaarheid, maar tegen de tijd dat je voor de buitenwereld je relatie bestendigd, moet je als koppel hierover toch echt wel een goed gesprek hebben gevoerd, anders gaat er sowieso iets mis.

En dan komen de kinderen

Want tot 1998 kregen kinderen in Nederland bij de geboorte standaard de achternaam van de vader. Alleen door het niet te erkennen kon hij (m/v/x) de achternaam van de moeder krijgen. In de 60’er jaren werden kinderen die moeders naam hadden, dan ook nog beschouwd als zielepoten, als ongelukjes en zelfs het woord b*staard viel nog weleens. Kijkend naar andere Europese landen was het in Nederland altijd al ouderwets geregeld. Vrijwel overal was er de keuze voor de familienaam van de moeder of de vader of een dubbele achternaam. Dat kinderen automatisch de naam van de vader kregen, legt de patriarchale structuren van ons ‘zogenaamde moderne landje’ bloot. Volgens de Sociale Verzekeringsbank kreeg in 1998, toen het na een wetswijziging voor het eerst kon in Nederland, 6,1 % van de kinderen de achternaam van de moeder. De laatste jaren schommelt dat tussen de 7,9 % en 8,7 %. Dat zet dus maar weinig zoden aan de Hollandse dijken.

De dubbele naam

Vergeleken met andere typen familierecht, zoals echtscheidingen en kinderrechten, buigt het namenrecht véél langzamer mee met de veranderende samenleving, aldus UU-hoogleraar familierecht Wendy Schrama in NRC. “Maar er vindt wel wat emancipatie plaats.” Al lijkt volgens haar de keuze voor moeders achternaam vooral te gebeuren in hoogopgeleide en stedelijke kringen. Er staan nieuwe wetsaanpassingen op stapel. Een voorstel om kinderen een dubbele achternaam mee te geven, ligt klaar om goedgekeurd te worden. In Spanje hadden ze altijd al een dubbele achternaam. Klinkt geëmancipeerder dan het is. Want de eerste achternaam was tot aan de millenniumwissel per definitie vaders naam. Gevolgd dus door die van de moeder. Nu mogen ouders er kiezen in welke volgorde hun kroost hun achternamen gaat dragen. Voorwaarde is wel dat zij dit bij de aangifte duidelijk aangeven en dat ze het er onderling over eens zijn. Anders treedt alsnog de oude wet in werking.

De joodse gedachte

De Spaanse Daniel Morcillo Álvarez en zijn vrouw lieten niet alleen de traditionele volgorde los, ze gingen nog een stapje verder door hun kind de achternamen van beide grootmoeders te geven. “De moeders zijn degenen die er lichamelijk het meeste voor doen en ook nog eens het meeste voor ons zorgen. Daarom willen we ze deze eer bewijzen”, aldus deze vader in de krant ElPais. Om dit mogelijk te maken moesten de ouders eerst de volgorde van hun eigen achternamen aanpassen, maar toen lukte het toch. Het lijkt een beetje op de joodse (matriarchale) gedachte: je bent alleen officieel joods als je moeder dat is, van je vader weet je het immers nooit helemaal zeker. We spreken uiteraard over tijden waarin eiceldonatie nog niet aan de orde was.

Wetsverruiming

Eigenlijk is er geen enkel argument te bedenken waarom vader alleen de achternaam bepaalt. Bij goedkeuring van het wetsvoorstel wordt het in Nederland dus mogelijk de ‘Spaanse methode’ te kiezen, ook in het geval van bijvoorbeeld 2 moeders. De Vries-Jansen of Jansen-De Vries, om de twee meestvoorkomende achternamen in ons land maar eens te bezigen. Volgens een peiling van het ministerie van Justitie wil ongeveer eenderde van de Nederlanders deze optie. Of ze het ook gaan toepassen is dus maar zeer de vraag, gezien de cijfers. De ruimere mogelijkheden voor naamgeving past bij de huidige tijdssfeer en voor kinderen vervult het de behoefte om aan te geven waar ze (genetisch en/of gevoelsmatig) vandaan komen. Het achteraf aanpassen van de eigen achternaam is sinds vorig jaar al eenvoudiger geworden in Nederland, waarna wel fors meer mensen hiervan gebruik maakten.

De tongbrekers

Voor degenen die van huis uit reeds een dubbele of samengestelde achternaam hebben (en zeker als ze zich nog eens gaan voortplanten met iemand die tevens van dubbele ‘huize’ is) wordt het scrabbelen. Die worden namelijk als enkelvoudige familienamen gezien. Joost van Bergen Henegouwen & Annemarie Korthals Altes zijn dan de ouders van Benno Bergen Henegouwen-Korthals Altes en van Simone Korthals Altes-Bergen Henegouwen. De volgorde kan per kind bepaald worden.

Denk na, doe creatief!

Ik pleit zelf al jaren voor een slimmere methode, die ook meer van deze tijd is en biologisch gezien ook nog eens te verdedigen valt. Jongens worden vernoemd in de mannelijke lijn en meisjes in de vrouwelijke. En nu hoor ik u thuis al roepen: “Ja maar, wat doen we dan met transkinderen of transpersonen?” Dan kan ik alleen maar antwoorden: doe creatief, want dat durven mensen uit ‘queerkringen’ nou eenmaal beter dan de laaglandse middenmoot, hoe geëmancipeerd ze ook menen te zijn. Collega Sander Schimmelpenninck noemt dit niet voor niks ‘fopfeminisme’.

Illustratie: Pxhere

Geef een reactie