De rol van vrouwen in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog is jarenlang onderbelicht geweest. Niet alleen door de Nederlanders, ook de nazis vergisten zich daarin schromelijk. Deze onderschatting berustte op een vooroordeel uit de Duitse ideologie: vrouwen hielden zich daarin slechts bezig met het gezinsleven of met liefdadigheidswerk.

In de nieuwe tentoonstelling ‘De vele gezichten van vrouwen in verzet’ van het Noord-Hollands Archief in Haarlem zijn 135 portretten van hen te zien. Volgens projectleider Mart van de Wiel is er nog steeds te weinig aandacht voor hun belangrijke aandeel. Daarom deed hij anderhalf jaar onderzoek naar Noordhollandse oorlogsheldinnen.

Lange lijst

Na een uitgebreid archiefonderzoek en contact met nabestaanden is een lijst van bijna 1200 vrouwen gevormd. “Maar dat waren er nog veel meer”, aldus Van de Wiel. “De lijst wordt nog aangevuld.” Iedereen kent dankzij de film ‘Het meisje met het rode haar’ Hannie Schaft wel. “Maar zij is lang niet de enige” benadrukt de onderzoeker in het Noordhollands Dagblad. “Schaft is een beetje het icoon van het verzet geworden, maar was juist meer een uitzondering. Er zijn nog zoveel anderen en die verhalen willen wij vertellen.”

Kleur

De vorige exposities over vrouwen in het verzet die sinds 2010 door heel Nederland waren te zien, werkten met veel tekst. Er is nu alles aan gedaan om de vrouwen een gezicht te geven. Door middel van objecten die in bruikleen zijn gegeven door families en nabestaanden, wordt het verhaal van de vrouwen in beeld gebracht. Met nieuwe technieken zijn oude zwart-wit foto’s ingekleurd. Of zoals André van Duin het zo fraai zei in zijn 4 mei-toespraak op De Dam: “Met de oorlog als het negatief van de kleurenfoto van de vrede. Vrijheid is niet vanzelfsprekend.”

Weggemoffeld

De mannen uit het verzet kregen in het naoorlogse Nederland een heldenstatus, zowel de gevallenen als de overlevenden. Boeken, standbeelden, films, TV-series, documentaires, musicals: het hield niet op. De rol van hun vrouwelijke medestrijders werd niet of nauwelijks aangekaart. Hoogstens in een dienende functie. Vrouwen moesten in de 40’er en 50’er vooral terug naar hun hoofdtaak, het gezin en zo cijferden ze zichzelf en hun daden weg. De oorlogsschrijver van Nederland Loe de Jong werkte daar behoorlijk aan mee. De hoofdhistoricus bij het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, liet het verzetswerk van vrouwen bijna geheel achterweg in zijn standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog.

Erkenning

Volgens Marjan Schwegman, oud-directeur van het Niod, had hij een strenge definitie als het om verzet ging: het moest fulltime en georganiseerd zijn en in het geheim geschieden. Vrouwen die onderduikers in huis namen, vielen bij hem buiten beeld. Pas de laatste jaren wordt daarover eindelijk meer gepuliceerd. Neem alleen al de bestseller van Roxane van Iperen (‘t Hooge Nest’) over de joodse gezusters Janny & Lien Brilleslijper die vanuit hun Huizense villa een veilige haven boden en een spil vormden in het organiseren van andere onderduikadressen. Maar ook de Amsterdamse Frieda Belinfante, die samen met Gerrit van der Veen de overval op het Amsterdamse bevolkingsregister in maart 1943 voorbereidde, werd door Loe de Jong niet genoemd.

Meer dan koerierster

Als vrouwen al voorkomen in de Nederlandse aan het verzet gewijde geschiedschrijving, dan is dat doorgaans in een ondersteunende rol, meestal als koerierster. Zij werden opgehemeld, maar mede daardoor bleef onvermeld dat ze tegelijkertijd leidende rollen hadden. Marjan Schwegman brak tijdens haar afscheid van het Niod in 2016 een lans voor de verzetsvrouwen. “Loe de Jong was een man van zijn tijd. Hij zag de rol van vrouwen niet. Ze waren slechts een voetnoot.”

Veel te bescheiden

Echter: ze verborgen onderduikers in hun eigen huis, fietsten met wapens en voedselbonnen door het land, beraamden aanslagen en smokkelden joodse kinderen weg om ze op een veilige plek onder te brengen. En dat alles met continu gevaar voor eigen leven. Marjan Schwegman schat dat zeker eenderde van de mensen in het verzet vrouw was. Dat hun daden onderbelicht bleven, komt volgens haar tevens doordat in de oorlog vanwege de veiligheid zo weinig mogelijk werd opgeschreven. “En daarna wilden veel verzetsleden niet praten over de veelal verdrietige dingen die ze hadden meegemaakt. Daar komt bij dat vrouwen vaak bescheiden waren, ze vonden het vanzelfsprekend dat ze tijdens de oorlog mensen hielpen.”

Bredere blik

Volgens Schwegman komt de kentering in de aandacht mede doordat ons beeld over het verzet verandert. Net na de oorlog ging de belangstelling vooral uit naar spectaculaire, vaak gewapende acties. Tegenwoordig is er meer aandacht voor het ongewapende, maar ook gevaarlijke verzorgingswerk, dat gericht was op alles dat kwam kijken bij het verzorgen van onderduikers, van het vervalsen van papieren tot het verkrijgen van levensmiddelen. Zij waren actief op veel verschillende gebieden waar hun bijdragen van essentieel belang waren. “Zonder bijvoorbeeld koeriersters zou het leeuwendeel van de verzetsactiviteiten niet mogelijk geweest zijn, toch werd hun werk slechts als ‘ondersteunend’ gezien.”

Corona

Het was de bedoeling dat de nieuwe expositie groots geopend zou worden, maar dat kon in verband met de coronaregels niet doorgaan. Eigenlijk zouden alle kinderen en de twee vrouwen die nog leven hierbij aanwezig zijn. Dat is verschoven naar volgend jaar. De portretfoto’s van tientallen verzetsvrouwen uit de grote lijst met namen zijn van kleur voorzien en bedekken de muren van de Heemsteedse Kapel in de Janskerk in Haarlem. Voor de inrichting van de tentoonstelling heeft het NHA samengewerkt met het meermaals bekroonde bureau Studio Louter dat de verhalen tot leven brengt met audioverhalen, objecten en de genoemde unieke portretten.

Illustratie: Noord-Hollands Archief. De permanente tentoonstelling is van maandag t/m vrijdag van 09-17 uur en elke 3e zaterdag van de maand van 09-16 uur te bekijken bij het Noord-Hollands Archief, Janskerk, Jansstraat 40. Er is wel een coronatoegangswijs (QR-code) nodig.